3.2
Lay-out
10.
CH REMOTE
CHANNEL
5. 6.
1.
AAN/UIT-knop
2.
Activeert MIG-lasdynamiek (kort indrukken)
Selecteert de actieve draadaanvoerunit als er meerdere draadaanvoerunits zijn (lang
indrukken)
3.
Gastest
4.
Draadinvoer
5.
Selecteert het vorige geheugenkanaal
6.
Selecteert het volgende geheugenkanaal (kort indrukken)
Vergrendelt het geselecteerde geheugenkanaal (lang indrukken)
7.
Selecteert de modus van de laspistoolschakelaar (kort indrukken) of zet de MatchLog-
functie AAN/UIT
8.
Selecteert kratervulling, hot start (kort indrukken) of MMA/CC/CV (lang indrukken)
9.
Selecteert paneelbediening, pistoolbedieningseenheid of handbedieningseenheid (kort
indrukken).
Zet selectie op afstand van geheugenkanaal AAN/UIT (lang indrukken).
10. Stroomregelknop
11. Regelknop voor booglengte en spanning.
Automatisch afbeelden lasdata
Laatst vastgelegde laswaarden worden na het lassen afgebeeld.
Spanningsweergave
De spanningsweergave toont de boogspanning als deze is geselecteerd op het setup-paneel.
De laatste punt van de spanningsweergave geeft aan dat de boogspanningsweergave is
geselecteerd (bijvoorbeeld 23,5. V). Als de boogspanningsfunctie niet wordt gebruikt, wordt
de poolspanning van de stroombron weergegeven.
© Kemppi Oy / 1736
1.
2.
3.
4T
2T
7.
4.
11.
PANEL
XF 37
8.
9.
NL
15