Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening Van Schakelaars En Potentiometers En Hun Functies; Hoofschakelaar I/O; Signaallamp; Paneel-/Afstandsbediening Van De Lasstroom - Kemppi MASTER 5001 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

3. BEDIENING VAN SCHAKELAARS EN
POTENTIOMETERS EN HUN FUNCTIES

3.1. HOOFSCHAKELAAR I/O

Als men de schakelaar in de "I"-stand draait gaat het signaallampje H11 "gereed voor gebruik" op het
frontpaneel branden.
De machine altijd met de hoofdschakelaar aan- en uitschakelen en nooit de stekker als schakelaar
gebruiken.

3.2. SIGNAALLAMP

De signaallampen op de machine geven informatie over de electrische functies:
De groene signaallamp H11, "gereed voor gebruik", brandt altijd wanneer de machine
aangesloten is en de hoofdschakelaar in de "I"-positie staat.
De gele signaallamp H12 van de thermostaat gaat branden wanneer de machine door
overbeslasting wordt uitgeschakeld. De ventilator koelt de machine af en bij het uitgaan van
de signaallamp is de machine automatisch weer voor gebruik gereed.

3.3. PANEEL-/AFSTANDSBEDIENING VAN DE LASSTROOM

De regeling van de lasstroom kan zowel dmv paneelbediening R21 als door gebruikmaking van een
afstandsbediening C100C geschieden. De afstandsbediening wordt aangesloten op de connector voor
afstandsbedieningen X14. Indien de afstandbediening wordt gebruikt moet schakelaar S21 in positie
"afstandsbediening" staan.
Gedurende het instellen kan de ingestelde lasstroom en display P22 het voltage weer.
P.S. het voltage dat gedurende het lassen op display P22 afgelezen kan worden is de klemspanning van de
machine tussen de aansluitingen X11 en X13.
Afwijking van de digitale meters is als volgt:
De afwijking van de vooraf ingestelde lasstroom tov de daadwerkelijke lasstroom is ±2,5%, ±2 A. De
afwijking van het vooraf ingestelde voltage tov het daadwerkelijke voltage is ±2,5%, ±0,2 V.
Afhankelijk van kabellengte en diameter zal de boogspanning verschillen van die op de digitale meter. Dit
wordt versterkt indien het amperage hoger wordt. In stroommeting komt dezelfde fout niet voor.

3.4. WERKING VAN DE VENTILATOR

De Master 5001 heeft 2 gelijktijdigwerkende ventilatoren.
– De ventilator draait even als de hoofdschakelaar in positie "I" gezet wordt.
– De ventilator gaat draaien nadat met lassen begonnen is. Als de machine opgewarmd is zal de ventilator
1...10 minuten draaien nadat er met lassen gestopt is.
– Als de stroombron niet belast is zal de ventilator met een interval van circa een half uur gedurende
één minuut draaien.
8 – MASTER 5001/0541
© KEMPPI OY

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave