Oververhittingsindicatie
De thermostaatschakelaar kan in werking treden tijdens zware laswerkzaamheden of hoge
omgevingstemperaturen. Dit wordt aangegeven door een gele indicatielamp. De ventilator
van de voedingsbron zal de unit koelen. Wanneer de indicatielamp uitgaat, is de unit weer
gereed om te lassen.
Lokale bediening en afstandsbediening
Het lasapparaat kan aangestuurd worden met een afstandsbediening. Selecteer de
afstandsbediening door op de knop AAN/UIT voor de afstandsbediening te drukken.
Details van de beschikbare afstandsbedieningen voor de stroomregeling zijn te vinden in het
hoofdstuk over bestelinformatie verderop in deze handleiding.
3.
GEBRUIK
Lasdampen kunnen schadelijk voor uw gezondheid zijn. Zorg voor goede ventilatie
ATTENTIE!
tijdens het lassen! Kijk nooit in de boog zonder gezichtsbescherming te dragen die speciaal voor
booglassen ontworpen is! Bescherm uzelf en uw omgeving tegen de boog en hete lasspetters!
3.1
Voorbereiding op laswerk
Draag altijd beschermende kleding, handschoenen, gezichts- en oogbescherming
ATTENTIE!
die geschikt zijn voor laswerkzaamheden. Wij adviseren u om een proeflas te maken voordat
u begint te lassen aan uw werkstuk. Indien tijdens het ontsteken van de boog of het lassen, de
elektrode blijft hangen of vast komt te zitten aan het werkstuk, kan de elektrode zee snel heet
worden en gaan gloeien. Om de elektrode vrij te krijgen, moet u de elektrodehouder wegdraaien
van het werkstuk en opnieuw beginnen. Wanneer dit niet lukt, moet u de machine uitschakelen
bij de hoofdschakelaar en na afkoeling de elektrode loslaten. Let op: de elektrode en het werkstuk
worden zeer heet.
U kunt beginnen met lassen nadat u de noodzakelijke voorbereidingen verricht heeft, die in
deze gebruiksaanwijzing beschreven staan.
Het lasresultaat wordt niet alleen bepaald door het lasapparaat, maar ook door het te lassen
werkstuktype, de laspositie en de lasomgeving. Daarom raden wij u aan de adviezen in deze
handleiding op te volgen.
Tijdens het lassen loopt een elektrische stroom via de las- en werkstukkabel naar het werkstuk.
De aan het werkstuk bevestigde werkstukkabel geleidt de stroom terug naar het apparaat om
een gesloten lascircuit te vormen. Een onbelemmerde stroom is alleen mogelijk wanneer de
aardklem correct aan het werkstuk bevestigd is en het bevestigingspunt van de klem op het
werkstuk schoon en vrij van verf en roest is.
© Kemppi Oy / 1336
NL
7