bestand, selecteert u
bestand
en definieert u de locatie voor
het bestand.
Pagina-instelling — U kunt het
papierformaat en de afdrukstand
wijzigen, de marges definiëren en en
kop- of voettekst invoegen. De kop- en
voettekst mogen maximaal 128 tekens
lang zijn.
Voorbeeld — Een voorbeeld van het
document weergeven voor het
afdrukken.
Afdrukopties
Open een document, zoals een bestand
of een bericht, en selecteer
Afdrukopties
> Afdrukken.
Definieer de volgende opties:
Printer — Selecteer een beschikbare
printer in de lijst.
Afdrukken — Selecteer
Even pagina's
of
het afdrukbereik.
Afdrukbereik — Selecteer
bereik,
Huidige pagina
pagina's
als het paginabereik.
Aantal exemplaren — Selecteer het
aantal exemplaren dat u wilt afdrukken.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Afdrukken naar
Opties
Alle
pagina's,
Oneven pagina's
Pagina's in
of
Gedefin.
Nokia-kantoortoepassingen
Afdrukken naar bestand
— Selecteren dat u wilt afdrukken naar
een bestand en de locatie voor het
bestand bepalen.
De beschikbare opties kunnen
verschillen.
Printerinstellingen
Selecteer
Connect.
Als u een nieuwe printer wilt toevoegen,
selecteert u
Definieer de volgende opties:
Printer — Voer een naam in voor de
>
printer.
Stuurprogramma — Selecteer een
stuurprogramma voor de printer.
Drager — Selecteer een drager voor de
printer.
Toegangspunt — Selecteer het
als
toegangspunt.
Poort — Selecteer de poort.
Host — Definieer de host.
Gebruiker — Voer de gebruiker in.
Wachtrij — Voer de wachtrij in.
Menu
Bed. paneel
>
> Printers.
Opties
> Toevoegen.
97
>