Inhoudsopgave
Advertenties
186 Instellingen
WPA-beveiligingsinstellingen
Selecteer
WPA/WPA2
beveiligingsmodus.
Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
en een van de volgende opties:
WPA/WPA2 — Selecteer
(Extensible Authentication Protocol) of
Vooraf ged. sleutel
sleutel die wordt gebruikt voor
identificatie van het apparaat).
Instellingen EAP-plug-in — Als u
WPA/WPA2
EAP
>
selecteert u welke EAP-plug-ins in uw
apparaat zijn gedefinieerd voor gebruik
met het toegangspunt.
Vooraf ged. sleutel — Als u
WPA2
Vooraf ged. sleutel
>
geselecteerd, voert u de gedeelde
privésleutel in waarmee uw apparaat
wordt geïdentificeerd op het WLAN-
netwerk waarmee u verbinding maakt.
Alleen WPA2 (modus) — Om zowel
TKIP- als AES (Advanced Encryption
Standard)-codering toe te staan,
selecteert u Uit. Als u alleen AES wilt
toestaan, selecteert u
als de WLAN-
EAP
(een geheime
selecteert,
WPA/
hebt
Aan
Plug-ins voor draadloos LAN
Selecteer
Menu
Instellingen
en
Bestemmingen
toegangspunt.
De EAP-plug-ins (Extensible
Authentication Protocol) worden
gebruikt in draadloze netwerken om
draadloze apparaten en
verificatieservers te verifiëren, en
dankzij de verschillende EAP-plug-ins
kunnen er diverse EAP-methoden
worden gebruikt (netwerkdienst).
U kunt de EAP-plug-ins bekijken die
momenteel op het apparaat zijn
geïnstalleerd (netwerkservice).
EAP-plug-ins
1
Als u de EAP-instellingen voor de
plug-ins wilt definiëren, selecteert
u
Opties
>
en definieert u een toegangspunt
dat gebruikmaakt van WLAN als
gegevensdrager.
2
Selecteer
802.1x
de beveiligingsmodus.
3
Selecteer
WLAN-
beveiligingsinstell.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Bed. paneel
>
Verbinding
>
en kies het gewenste
Nieuw toegangspunt
of
WPA/WPA2
WPA/
>
>
als
Advertenties
Inhoudsopgave
