1
Selecteer
Menu
Snelkeuze
als u een
telefoonnummer wilt toewijzen
aan een van de cijfertoetsen (2-9).
2
Ga naar de toets waaraan u het
telefoonnummer wilt toewijzen en
selecteer
Opties
1 is gereserveerd voor de
voicemailbox.
Als u een toegewezen nummer wilt
bellen, drukt u in het startscherm op de
toegewezen sneltoets en vervolgens op
de beltoets.
Oproep in wachtstand
U kunt een oproep beantwoorden
terwijl u een ander telefoongesprek
voert. Als u de wachtfunctie wilt
inschakelen (netwerkdienst), selecteert
u
Menu
Bed. paneel
>
en
Telefoon
Oproep
>
wachtrij.
Druk op de beltoets als u de oproep in
de wachtrij wilt beantwoorden. De
eerste oproep wordt in de wachtstand
geplaatst.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Bed. paneel
>
>
> Toewijzen.
Instellingen
>
Oproep in
>
Oproepen tot stand brengen
Selecteer
Wisselen
tussen de twee oproepen.
Als u een inkomende oproep of een
oproep in de wachtrij wilt
doorverbinden met een actieve oproep
en uw eigen verbinding met de
oproepen wilt verbreken, selecteert u
Opties
> Doorverbinden.
Druk op de end-toets als u de actieve
oproep wilt beëindigen.
Selecteer
Opties
beëindigen
als u beide oproepen wilt
beëindigen.
Oproepen omleiden
Selecteer
Menu
Instellingen
en
Doorschakelen.
U kunt inkomende oproepen
doorschakelen naar uw voicemailbox of
naar een ander telefoonnummer. Neem
voor meer informatie contact op met
uw serviceprovider.
Selecteer het type oproepen dat u wilt
doorschakelen en maak een keuze uit
de volgende opties:
als u wilt schakelen
Alle oproep.
>
Bed. paneel
>
>
Telefoon
>
39