5
Elektrische installatie
De elektrische installatie mag alleen door een elektromon-
teur worden uitgevoerd.
5.1
Poling
Als u de eBUS-leiding aansluit, dan moet u niet op de poling
letten. Als u de aansluitleidingen verwisselt, dan loopt de
communicatie geen gevaar.
5.2
Ontvanger op warmteopwekker aansluiten
1.
Ga bij het openen van de schakelkast van de warmte-
opwekker te werk zoals beschreven in de installatie-
handleiding van de warmteopwekker.
2.
Sluit de eBUS-leiding aan de eBUS-klemmen in de
muursokkel van de ontvanger aan.
3.
Sluit de eBUS-leiding op de eBUS-klemmen van de
warmteopwekker aan.
5.3
Ontvanger op ventilatietoestel aansluiten
1.
Ga bij het aansluiten van de ontvanger op het ventila-
tietoestel te werk, zoals beschreven in de installatie-
handleiding van het ventilatietoestel.
Voorwaarde: Ventilatietoestel zonder VR 32 op de eBUS aangesloten, Ven-
tilatietoestel zonder eBUS warmteopwekker
▶
Sluit de eBUS-leiding aan de eBUS-klemmen in de muur-
sokkel van de ontvanger aan.
▶
Sluit de eBUS-leiding op de eBUS-klemmen van het ven-
tilatietoestel aan.
Voorwaarde: Ventilatietoestel met VR 32 op de eBUS aangesloten, Ventila-
tietoestel met max. 2 eBUS warmteopwekkers
▶
Sluit de eBUS-leiding aan de eBUS-klemmen in de muur-
sokkel van de ontvanger aan.
▶
Sluit de eBUS-leiding op de eBUS van de warmteopwek-
ker aan.
▶
Stel de adresschakelaar van de VR 32 in het ventilatie-
toestel op positie 3 in.
Voorwaarde: Ventilatietoestel met VR 32 op de eBUS aangesloten, Ventila-
tietoestel met meer dan 2 eBUS warmteopwekkers
▶
Sluit de eBUS-leiding aan de eBUS-klemmen in de muur-
sokkel van de ontvanger aan.
▶
Sluit de eBUS-leiding op de gemeenschappelijke eBUS
van de warmteopwekker aan.
▶
Bepaal de hoogst toegekende positie aan de adresscha-
kelaar van de VR 32 van de aangesloten warmteopwek-
ker.
▶
Stel de adresschakelaar van de VR 32 in het ventilatie-
toestel op de volgende hogere positie in.
0020237599_02 Installatiehandleiding
6
Ingebruikname
6.1
Voorafgaande werkzaamheden voor de
ingebruikneming
Alle voorafgaande werkzaamheden voor de ingebruikneming
van de CV-installatie zijn uitgevoerd:
–
De montage en elektrische installatie van systeemther-
mostaat, ontvanger en buitentemperatuurvoeler is afge-
sloten.
–
De ontvangststerkte van systeemthermostaat en buiten-
temperatuurvoeler is ≥ 4.
–
In de installatiewizard bevinden zich bij de opvraag Zijn
de installatiewizards van alle syst.comp.beëindigd?
Om te bevestigen op OK drukken.
6.2
CV-installatie in gebruik nemen
De installatiewizard van de systeemthermostaat leidt u door
een lijst van functies. Bij elke functie kiest u de instelwaarde
die bij de geïnstalleerde CV-installatie past.
De onderaan vermelde functies hoeft u niet zelf in te stellen.
De installatiewizard configureert deze functies passend bij
de ingevoerde gegevens.
6.2.1
Zijn de installatiewizards van alle
syst.comp.beëindigd? Om te bevestigen
op OK drukken
U hebt de mogelijkheid om nog niet in gebruik genomen sys-
teemcomponenten in gebruik te nemen. Zolang een sys-
teemcomponent niet in gebruik genomen werd, herkent de
systeemthermostaat dit systeemcomponent niet en kan het
niet met deze systeemcomponent communiceren.
6.2.2
eBUS-componenten worden gezocht ... even
geduld a.u.b....
De systeemthermostaat zoekt naar systeemcomponenten
die via de eBUS communiceren. Onder Gevonden compo-
nenten verschijnen de systeemcomponenten die de sys-
teemthermostaat herkent. De systeemthermostaat toont niet
alle aan de eBUS aangesloten systeemcomponenten.
6.2.3
Stooklijn
In CV-installaties met een warmtepomp krijgt de stooklijn
voor alle CV-circuits de waarde 0,6.
Bij alle gemengde CV-circuits met CV-toestellen krijgt de
stooklijn de waarde 0,6.
Bij alle directe CV-circuits met CV-toestellen krijgt de stook-
lijn de waarde 1,2.
Stooklijn instellen (→ Pagina 16)
6.2.4
Warm water
In CV-installaties met warmtepompen krijgt de gewenste
temperatuur warm water 55 °C.
In CV-installaties met warmteopwekkers krijgt de gewenste
temperatuur warm water 60 °C.
Gewenste boilertemperatuur instellen (warm water)
(→ Pagina 18)
6.2.5
Zonetoewijzing
De installatiewizard wijst aan de systeemthermostaat en de
aangesloten afstandsbedieningen zones toe.
9