7.2
Service-informatie
7.2.1
Contactgegevens invullen
Menu → Installateurniveau → Service-informatie → Con-
tactgegevens invullen
–
U kunt uw contactgegevens (Firma en Telefoonnum-
mer) in de systeemthermostaat invoeren.
–
Zodra de datum voor het volgende onderhoud bereikt
is, kan de gebruiker de gegevens op het display laten
weergeven.
7.2.2
Onderhoudsdatum invoeren
Menu → Installateurniveau → Service-informatie → Onder-
houdsdatum
–
U kunt een datum (dag, maand, jaar) voor het volgende
regelmatige onderhoud in de systeemthermostaat op-
slaan.
Is de datum voor een onderhoudstermijn bereikt, dan ver-
schijnt in het startscherm een onderhoudsmelding.
7.3
Systeem
7.3.1
Foutstatus aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Systeem ----] → Foutstatus
–
Met de functie kunt u de status van de CV-installatie af-
lezen. Als er geen storing is, dan verschijnt de melding
geen fout. Als er een storing is, dan verschijnt als status
Foutenlijst. Als u de rechter keuzetoets indrukt, worden
de foutmeldingen (→ Pagina 24) weergegeven.
7.3.2
Waterdruk van de CV-installatie aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Systeem ----] → Waterdruk
–
Met deze functie kunt u de waterdruk van de CV-installa-
tie aflezen.
7.3.3
Systeemstatus aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Systeem ----] → Systeemstatus
–
Met deze functie kunt u aflezen, in welke modus de CV-
installatie zich bevindt.
standby: de CV-installatie meldt geen warmtevraag.
Verw.m.: de CV-installatie bevindt zich in het CV-bedrijf voor
de CV-circuits.
Koelen: de CV-installatie bevindt zich in het koelbedrijf.
Warmw.: de CV-installatie bevindt zich in de verwarmings-
modus voor warm water in de boiler.
7.3.4
Vorstbescherming instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Systeem ----] → Vertraging vorstbev.
–
Met deze functie kunt u de activering van de vorstbe-
scherming vertragen door een vertragingstijd in te stel-
len.
7.3.5
Temperatuurgrens voor continu verwarmen
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Systeem ----] → BT continu verw.
0020237599_02 Installatiehandleiding
–
Als de buitentemperatuur lager is dan of gelijk is aan de
vastgelegde temperatuurwaarde, dan regelt de systeem-
thermostaat het CV-circuit met de ingestelde dagtempe-
ratuur en stooklijn ook buiten de tijdsvensters.
AT ≤ ingestelde temperatuurwaarde: geen nachtverlaging of
totale uitschakeling
7.3.6
Softwareversie aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Systeem ----] → Thermostaatmodules
–
Met deze functie kunt u de softwareversies van het
display, de warmteopwekker en van de uitbreidingsmo-
dules aflezen.
7.3.7
Adaptieve stooklijn activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Systeem ----] → Adaptieve stooklijn
–
Met deze functie kunt u een automatische stooklijn acti-
veren.
Als u deze functie met Ja geactiveerd hebt, dan stelt de sys-
teemthermostaat automatisch de stooklijn bij. De automati-
sche aanpassing van de stooklijn gebeurt in kleine stappen.
Stel de stooklijn met de functie Stooklijn voor het gebouw
passend in zodat de functie Adaptieve stooklijn de fijne
aanpassing moet uitvoeren.
Voorwaarde is:
–
De systeemthermostaat is in de woonruimte gemonteerd.
–
Een evt. beschikbare afstandsbediening is in de woon-
ruimte gemonteerd
–
De systeemthermostaat of evt. de afstandsbediening
is in de functie Zonetoewijzing aan de correcte zone
toegewezen.
–
Bij de functie Binnencompensatie is de waarde Ther-
most. of Compens. gekozen.
7.3.8
Bedrijfstand configureren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Systeem ----] → Moduswerking conf.
–
Met deze functie kunt u vastleggen op welke zones de
instelling van de modus en gewenste temperatuur uit het
gebruikersniveau moet werken.
Voorbeeld: er zijn twee zones aangesloten en u stelt ZONE1
in. Voor beide zones activeert u met de linker keuzetoets
Menu → Basisinstellingen → Modus de modus Verwar-
men → Auto. Als de gebruiker nu met de rechter keuzetoets
Modus de modus in Dag wijzigt, dan wordt alleen voor ZO-
NE1 de modus gewijzigd. Voor ZONE2 blijft verder de mo-
dus Auto bestaan.
7.3.9
Automatische koeling activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Systeem ----] → Autom. koeling
–
Met deze functie activeert of deactiveert u de automati-
sche koeling.
Als een warmtepomp aangesloten is en de functie Autom.
koeling geactiveerd is, dan schakelt de systeemthermostaat
automatisch tussen verwarmings- en koelbedrijf om.
11