7.6.2
Aanvoertemperatuur aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [ Boi-
ler 1 ----] → act. aanvoertemp.
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [ Boi-
ler 1 ----] → act. aanvoertemp.
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [ Aan-
vullende module ----] → act. aanvoertemp.
–
Met deze functie kunt u de werkelijke aanvoertempera-
tuur van de warmteopwekker, de warmtepomp of van de
extra module van de warmtepomp aflezen.
7.7
CV 1
U kunt het CV-circuit gebruiken voor verschillende functio-
naliteiten (CV-circuit, poolcircuit, vaste waarde-circuit etc.).
Het display geeft alleen de functies weer, die u nodig hebt
voor het gebruik van het CV-circuit. In het overzicht kunt u
de functies vinden, die u bij uw configuratie kunt instellen of
aflezen.
Functies voor het CV-circuit (→ Pagina 34)
7.7.1
Soort circuit instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Soort circuit
–
Met deze functie kunt u vastleggen, welke functionaliteit
het CV-circuit moet krijgen.
Het eerste CV-circuit in de CV-installatie heeft de fabrieksin-
stelling Verwarmen. Alle verdere CV-circuits hebben de fa-
brieksinstelling inactief, die u evt. moet activeren.
inactief: het CV-circuit wordt niet gebruikt.
Verwarmen: het CV-circuit wordt gebruikt om te verwarmen
en is weersafhankelijk geregeld. Afhankelijk van het sys-
teemschema kan het CV-circuit een mengklepcircuit of een
direct circuit zijn.
Zwembad: het CV-circuit wordt als poolcircuit gebruikt. U
kunt de externe poolthermostaat aan de ingang DEM1 tot
DEMx van de VR 70 of VR 71 aansluiten. Als de klemmen
op de ingang kortgesloten zijn, is er geen warmtevraag.
Als de klemmen op de ingang open zijn, is er geen warm-
tevraag.
Vaste wa.: het CV-circuit wordt geregeld op twee vaste ge-
wenste aanvoertemperaturen. Het CV-circuit kan omgescha-
keld worden tussen twee gewenste aanvoertemperaturen.
Ter.verh.: het CV-circuit wordt voor de retourverhoging ge-
bruikt. De retourverhoging is bedoeld voor de bescherming
tegen corrosie in de CV-ketel bij langere onderschrijding van
het dauwpunt.
WW: het CV-circuit wordt als warmwatercircuit voor een ex-
tra boiler gebruikt.
Afhankelijk van de gekozen Soort circuit verschijnen alleen
de benodigde functies op het display.
7.7.2
Status CV-circuit aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Status
–
Met deze functie kunt u aflezen, in welke modus het CV-
circuit zich bevindt.
uit: het CV-circuit meldt geen warmtevraag.
Verwarmen: het CV-circuit bevindt zich in CV-functie.
Koelen: het CV-circuit bevindt zich in het koelbedrijf.
0020237599_02 Installatiehandleiding
Warm water: het CV-circuit bevindt zich in de CV-functie
voor warm water in de boiler.
7.7.3
Gewenste aanvoertemperatuur van het CV-
circuit aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew. aanvoertemp.
–
Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van het CV-circuit aflezen.
7.7.4
Gewenste aanvoertemperatuur van het
poolcircuit aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew.aanvoert.zwemb.
–
Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van het poolcircuit aflezen.
7.7.5
Gewenste aanvoertemperatuur dag van
het poolcircuit resp. vaste waarde-circuit
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew. aanvoert. dag
–
Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van het poolcircuit resp. van het vaste waarde-circuit
binnen het tijdvenster (dag) instellen.
7.7.6
Gewenste aanvoertemperatuur nacht van
het poolcircuit resp. vaste waarde-circuit
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew. aanvoert. nacht
–
Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van het poolcircuit resp. vaste waarde-circuit uiten
het tijdvenster (nacht) instellen.
7.7.7
Gewenste retourtemperatuur voor soort
circuit retourverhoging instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew. teruglooptemp.
–
Met deze functie kunt u de gewenste retourtemperatuur
voor het soort circuit retourverhoging instellen.
7.7.8
Minimale gewenste aanvoerwaarde koelen
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Min voorl gew wa koel
–
Als een warmtepomp aangesloten is en de functie Koe-
len mogelijk voor het CV-circuit geactiveerd is, dan kunt
u de gewenste aanvoerwaarde voor de functie Koelen
mogelijk instellen.
De systeemthermostaat regelt het CV-circuit op de minimaal
gewenste aanvoerwaarde koelen, ook al heeft de gebruiker
de gewenste temperatuur voor het koelen lager ingesteld.
7.7.9
Werkelijke temperatuur aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Werk. temp.
–
Met deze functie kunt u de werkelijke temperatuur van
het CV-circuit aflezen.
15