Navigeren naar de bestemming — Selecteer
weerg.
Opties
>
starten.
De instellingen voor een route wijzigen
De route-instellingen hebben invloed op de navigatie-
instructies en de manier waarop de route op de kaart
wordt weergegeven.
1.
Open in de weergave van de routeplanner het
tabblad Instellingen. Selecteer
Routepuntn
of
routeplannerweergave vanuit de
navigatieweergave te openen.
2.
Stel de transportmodus in op
Als u
Te voet
selecteert, worden
eenrichtingsstraten als gewone straten
beschouwd, en kunnen voetpaden en routes door
bijvoorbeeld parken en winkelcentra worden
gebruikt.
3.
Selecteer de gewenste optie.
De wandelmodus selecteren — Open het tabblad
Instellingen en selecteer
Voorkeursroute
lijn
is handig buiten aangegeven wegen, aangezien
hiermee de looprichting wordt aangegeven.
De snellere of kortere route gebruiken — Open het
tabblad Instellingen en selecteer
Routeselectie
92
>
Rit starten
of
Wandeling
>
Opties
>
Lijst met routepunten
Per auto
Te voet
>
Straten
of
Rechte
lijn.
>
Per auto
Snellere route
of
Kortere
Route
De optimale route gebruiken — Open het tabblad
Instellingen en selecteer
Geoptimaliseerd. De optimale route combineert de
voordelen van zowel de kortere als de snellere route.
U kunt ook aangeven dat u bijvoorbeeld snelwegen,
tolwegen of veerponten wilt toestaan of juist
vermijden.
Sneltoetsen voor Kaarten
om de
Algemene sneltoetsen
Als u op de kaart wilt in- of uitzoomen, drukt u op * of
# .
of
Te
voet.
Als u wilt terugkeren naar de huidige locatie, drukt u
op 0 .
Als het kaarttype wilt wijzigen, drukt u op 1 .
Als u de kaart wilt kantelen, drukt u op 2 of 8.
Als u de kaart wilt draaien, drukt u op 4 of 6. Druk op
5 om naar de positie met het noorden naar boven terug
te keren.
Rechte
Sneltoetsen voor voetgangersnavigatie
Druk op 2 om een locatie op te slaan.
Druk op 3 om naar locaties op categorie te zoeken.
Druk op 6 om het volume van de gesproken instructies
>
route.
voor voetgangersnavigatie aan te passen.
Per auto
Routeselectie
>
>