Download Print deze pagina

Qiagen QIAsymphony Gebruiksaanwijzing pagina 4

Advertenties

Humaan volbloed
Volbloedmonsters die zijn behandeld met EDTA, citraat of heparine kunnen worden gebruikt en mogen zowel vers als bevroren zijn. Meng
de bloedmonsters grondig indien er verse bloedmonsters in primaire buizen worden gebruikt (bijv. door de buizen een aantal keer om te
draaien) alvorens deze in de QIAsymphony SP te plaatsen. Bevroren monsters moeten snel worden ontdooid in een waterbad van 37 °C
onder zacht schudden om voor een goede menging te zorgen. Laat de monsters vervolgens op kamertemperatuur komen (15-25 °C) voordat
de procedure wordt gestart. Om betrouwbare overbrenging van het monster te verzekeren, dient u schuimvorming in de monsterbuizen te
vermijden. Probeer bloedstolsels in de monsters te voorkomen en breng de monsters indien nodig zonder bloedstolsels over naar een nieuwe
buis.
De opbrengst en kwaliteit van het gezuiverde DNA zijn afhankelijk van de opslagcondities van het bloed. Versere bloedmonsters kunnen
betere resultaten opleveren. Voor kortdurende opslag van maximaal 10 dagen bevelen wij opslag bij 2-8 °C aan. Voor toepassingen
waarbij maximale fragmentgrootte benodigd is, zoals Southern blotting, wordt echter opslag van maximaal 3 dagen bij 2-8 °C
aangeraden, omdat er na deze tijd een kleine hoeveelheid DNA-degradatie optreedt. Verzamel bloed voor langdurige opslag (meer dan
10 dagen) in buisjes die een standaard antistollingsmiddel bevatten (bij voorkeur EDTA, indien DNA met hoog molecuulgewicht nodig is)
en bewaar bij -20 °C of -80 °C.
Opmerking: Monsterstabiliteit is sterk afhankelijk van verschillende factoren, en houdt verband met de specifieke latere toepassing. Deze
stabiliteit is voor de QIAsymphony DSP DNA Midi Kit vastgesteld in combinatie met typische latere toepassingen. Het is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker om de gebruiksaanwijzing voor de specifieke latere toepassing die in het laboratorium wordt
gebruikt te raadplegen en/of de gehele workflow te valideren om de juiste opslagomstandigheden te bepalen.
Bewaring van eluaten
Het wordt aangeraden om de elutieplaat direct na afloop van de run uit de lade 'Eluate' (Eluaat) te nemen. Elutieplaten kunnen na afloop
van de run overnacht in de QIAsymphony SP blijven staan (maximaal 12 uur inclusief runtijd; aanbevolen omgevingscondities: 18-26 °C
en 20-75% relatieve vochtigheid). Afhankelijk van de temperatuur en luchtvochtigheid kunnen eluaten condensatie of verdamping
ondergaan.
Voor kortstondige opslag kunnen eluaten gedurende 2 weken bij kamertemperatuur worden bewaard. Voor langdurige opslag raden we
opslag bij 2-8°C, -20 °C of -80 °C aan. Bevroren eluaten mogen niet vaker dan driemaal worden ontdooid.
Opmerking: de stabiliteit van eluaat is sterk afhankelijk van verschillende factoren, en houdt verband met de specifieke latere toepassing.
Deze stabiliteit is voor de QIAsymphony DSP DNA Midi Kit vastgesteld in combinatie met typische latere toepassingen. Het is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker om de gebruiksaanwijzing voor de specifieke latere toepassing die in het laboratorium wordt
gebruikt te raadplegen en/of de gehele workflow te valideren om de juiste opslagomstandigheden te bepalen.
Wat u moet weten voor u begint
QIAsymphony magnetische deeltjes kunnen RNA zuiveren indien dit aanwezig is in het monster. Voeg RNase A toe aan het monster
voordat de procedure wordt gestart om het RNA-gehalte in het monster te minimaliseren. De uiteindelijke RNase A-concentratie moet
2 mg/ml zijn.
Gebruiksaanwijzing (protocolblad) QIAsymphony DSP DNA Midi Kit: DNA_Blood_1000_V7_DSP-protocol 06/2022
4

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

937255