17. Achteruitfunctie
De quadcopter beschikt over een achteruitfunctie, waarbij deze automatisch achteruit vliegt. Ook precies in de tegen-
overgestelde richting als die bij het inschakelen als voorwaartse richting (zie witten pijl in afbeelding 19, illustratie A)
werd vastgelegd. Daarbij speelt het tevens geen rol, net zoals bij de koploze modus, in welke richting de voorzijde van
de quadcopter op dat moment is gericht (zie afbeelding 19, illustratie B).
Belangrijk!
De achteruitfunctie mag alleen worden geactiveerd als de quadcopter in de vooraf vastgelegde voorwaart-
se richting te ver van de piloot is verwijderd en de piloot met de quadcopter een lijn in de voorwaartse rich-
ting vormt. Als de quadcopter zijwaarts is verplaatst, dan vliegt deze bij activering van de achteruitfunctie
zijdelings langs de piloot en zal weer weer weggaan (zie afbeelding 19, illustratie C).
Houd de druktoets voor de achteruitfunctie ingedrukt (zie afbeelding 18, pos. 3) om de achteruitfunctie te activeren.
De zender laat een korte signaaltoon horen om aan te geven dat de achteruitfunctie is geactiveerd. De quadcopter
wendt in de achteruitrichting en begint achteruit te vliegen.
Als de quadcopter ver genoeg achteruit is gevlogen, beweeg dan de zender in een willekeurige richting, net zoals bij
de knik- en rolbesturing, en de achteruitfunctie wordt automatisch beëindigd.
Opgelet, belangrijk!
Als u de achteruitfunctie activeert, mag de zender van de afstandsbediening niet gelijktijdig worden bewo-
gen, omdat de functie daardoor gelijk weer wordt uitgeschakeld. De quadcopter kantelt dan nog eenmaal
kort naar achteren en blijft daarna in zweefvlucht vliegen.
Achteruitfunctie
Afbeelding 19
Achteruitfunctie
27