b) In- en uitklappen van de propellerarmen
De vier propellerarmen met de propellers en beschermbeugels, kunnen voor ruimtebesparend transport worden in-
geklapt (zie afbeelding 5, illustratie A).
De voorste en achterste propellerarm aan iedere kant zijn mechanisch met elkaar verbonden en worden gezamenlijk
in- of uitgeklapt (zie afbeelding 5, illustratie B).
Als beide kanten zijn ingeklapt, ligt de quadcopter vlak op de ondergrond (zie afbeelding 5, illustratie C).
Afbeelding 5
c) Controle van de aandrijving
Voordat u de quadcopter in gebruik kunt nemen, is het vereist de aandrijving te controleren. Het model kan alleen met
het laagste energieverbruik vliegen als alle vier de propellers licht lopen en absoluut ronddraaien. Om deze redenen
moet u de functie van de aandrijfpropellers voor iedere vlucht kort controleren.
Draai daartoe iedere afzonderlijke propeller voorzichtig met een vinger rond en controleer het ronddraaien en licht
lopen.
Let daarbij op de draairichtingen van de verschillende pro-
pellers. Twee propellers draaien van boven gezien met de
klok mee (A) en twee propellers draaien tegen de klok in
(B).
Afbeelding 6
14