7.13.1.2. Transport en opslag
Zorg dat de koeler niet gevuld is met vloeistof gedurende transport.
Leidingen mogen niet zwaar beschadigd/verbogen raken tijdens transport.
Bij opslag van de koeler moet de inhoud afgetapt worden en dichtgestopt zodat er geen vuil in de
buizen kan komen.
LET OP:
Er kan water achterblijven na het aftappen. Bij vorst kan dit de verwarmer
beschadigen. Daarom moet het systeem bij opslag altijd doorgeblazen worden met
perslucht.
7.13.1.3. Onderhoud
Waterkoeler moet jaarlijks gecontroleerd worden op verontreiniging, beschadigingen en corrosie.
Indien nodig de koeler reinigen met stoom, perslucht of hogedrukreiniger.
De aansluitingen, ophanging en het leidingwerk moeten jaarlijks gecontroleerd worden.
De sifons moeten worden schoongemaakt en op werking gecontroleerd worden.
Uitloop van de lekbak moet worden schoongemaakt.
De vorstbeveiliging moet op werking gecontroleerd worden.
7.13.1.4. Veiligheid
Lamellen en metalen randen kunnen scherp zijn.
Het medium glycol of ander antivriesmiddel is giftig.
Gevaar: onder spanning.
Voor elk onderhoud de stroom onderbreken.
7.13.1.5. Buitenbedrijfstellen
Vloeistofverwarmer aftappen en met perslucht doorblazen.
Vloeistofinlaten afsluiten.
7.13.2.
DX-geïntegreerde koeling
Voor informatie gerelateerd aan de DX-geïntegreerde koeling verwijzen wij naar de handleiding van
de Verdyn of de Ecostar.
Ventilatoren
7.14.
De luchtverplaatsing wordt verzorgt door ventilatoren in diverse vormen. Het principe is bij iedere
uitvoering gelijk. De luchtverplaatsing vind plaats op basis van drukverschil over de ventilator.
Complete handleiding VKT | LBK | 2019_v7 (09-09-2019)
52