Verwarmers
7.10.
7.10.1.
Vloeistofverwarmer
Een vloeistofverwarmer krijgt van buitenaf warmwater toegevoerd, ofwel door bronnen zoals een CV-
ketel, ofwel door warmteterugwinning in de vorm van Twin Coil.
Vloeistofverwarmers kunnen zijn uitgerust met vorstbeveiliging. Deze schakelt de ontdooicyclus in
wanneer de vloeistof dreigt te bevriezen.
Ook kunnen vloeistofverwarmers zijn uitgerust met ThermoGuard, een mechanische opstelling die ook
schade door vloeistofbevriezing voorkomt. Dit gebeurt door de overdruk die ontstaat bij de vorming
van ijsproppen te laten ontsnappen door capillaire leidinkjes via een overdrukventiel. Dit voorkomt dat
de druk in het element te hoog wordt en de leidingen vernielt.
7.10.1.1. Inbedrijfstellen
Controleer op beschadigingen van de pijpjes en de lamellen van de druppelvanger. Kam de
lamellen als deze niet volledig recht opgesteld zijn.
Het systeem afvullen en op druk brengen en controleren op lekkage.
Controleer of de ontluchtings- en aftapnippels aanwezig en correct gemonteerd zijn.
Controleer of de leidingen in het tegenstroomprincipe zijn aangesloten tenzij dit anders is
aangegeven.
Controleer of de vorstbeveiligingstechnologie correct gemonteerd is en functioneert.
LET OP:
Als er kans bestaat dat er niet altijd warmwater en stroming aanwezig is dan is het
raadzaam het systeem met een water glycol mengsel te vullen.
7.10.1.2. Transport en opslag
Zorg dat de verwarmer niet gevuld is met vloeistof gedurende transport
Leidingen mogen niet zwaar beschadigd/verbogen raken tijdens transport.
Bij opslag van de verwarmer moet de inhoud afgetapt worden en dichtgestopt zodat er geen
bevuilingen de buizen in kunnen komen.
LET OP:
Er kan water achterblijven na het aftappen. Bij vorst kan dit de verwarmer
beschadigen. Daarom moet het systeem bij opslag altijd doorgeblazen worden met
perslucht.
7.10.1.3. Onderhoud
Vloeistofverwarmer moet gecontroleerd worden op verontreiniging, beschadigingen en
corrosie. En indien noodzakelijk reinigen met perslucht, stoom of hogedruk reiniger. De
lamellen zijn erg kwetsbaar dus voorzichtigheid is geboden.
De aansluitingen, ophanging en het leidingwerk moeten jaarlijks gecontroleerd worden.
De werking van toe- en afvoermedia moeten gecontroleerd worden.
Het medium op vorstbescherming controleren.
Complete handleiding VKT | LBK | 2019_v7 (09-09-2019)
48