4.4.6.
Verwarmer en koeler
Voor het aansluiten van de warmtewisselaars op het verwarmings- en koel
netwerk moeten de op de tekening aangegeven in- en uittrede aansluit posities
worden aangehouden. De aansluitleidingen dienen zo te worden gemonteerd
dat de verzamelaars van de warmtewisselaars niet worden geforceerd en / of
onder spanning worden gebracht.
Op de water toevoer- / afvoerleidingen moet respectievelijk een ontluchting en
een aftap worden aangebracht. Bij het aansluiten van het leidingsysteem moet
rekening gehouden worden met de mogelijke demontage van het element voor
service.
Bij toepassing van een elektrische verwarmingsbron moet een maximaal
beveiligingsthermostaat worden gemonteerd.
Voor koelers en verwarmers wordt het tegenstroom principe gebruikt. Deze
wijze van aansluiten geeft het meeste rendement van deze toepassing. Dit is
met name het geval bij koelers en de eventuele Twin Coil. Verwarmers en
koelers moeten zorgvuldig aangesloten worden, anders kan de capaciteit 5%
tot 15% afwijken van het ontwerp.
Legenda
1. Let op: niet buigen
2. Klep
3. Demontabel
buis type
buis doorlaat
[DN]
[inch]
15
1/2
20
3/4
25
32
1 1/4
40
1 1/2
50
65
2 1/2
80
100
150
200
Voor aansluitdiameter met de daarbij behorende aansluit methode zie de bovenstaande tabel. Het is
mogelijk dat er om bepaalde reden hiervan afgeweken wordt.
Complete handleiding VKT | LBK | 2019_v7 (09-09-2019)
glad
[mm]
15
22
1
28
35
42
2
‐
‐
3
‐
4
‐
6
‐
8
‐
algemene aansluit maat
pers
draad
[mm]
[inch]
18
1/2
22
3/4
28
1
35
1 1/4
42
1 1/2
54
2
‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
victaulic
[DN]
‐
‐
‐
‐
‐
50
65
80
100
150
200
21