Inhoudsopgave
Advertenties
Ventilators
Verwarmer
(Warm water/heet water)
Vorstbeschermingsthermostaat
Filterbewaking
16
8. Inbedrijfstelling
De deuren vóór de inbedrijfstelling met behulp van gereedschap stevig afsluiten
(toesteldichtheid), anders bestaat het gevaar dat de motor overbelast raakt.
1 x 230V / 50Hz; 2,3A bij CFL 10
1 x 230V / 50Hz; 3,3A bij CFL 15
1 x 230V / 50Hz; 3,3A bij CFL 22
3 x 400V / 50Hz; 3,3A bij CFL 32
Luchthoeveelhedenmeting bij gesloten deuren uitvoeren.
Let op
Meetslangverbindingen uit het toestel leiden (zie bepaling van het debiet)
Wijzigingen gebeuren bv. via de bedieningsmodule BML (zie de betreffende
bedieningshandleiding)
Voor de inbedrijfname het volledige buisleidingsysteem op dichtheid controleren.
- De warmtewisselaar en het buisleidingsysteem ontluchten.
- De verwarmingswaterpomp alleen bij een draaiende ventilator inschakelen
om oververhitting door onvoldoende warmteafvoer te voorkomen.
Bij warmtewisselaars en aansluitbuizen op hete oppervlakten letten.
Er bestaat verbrandingsgevaar!
De instelwaarde van 5 °C op de vorstbeschermingsthermostaat van het lucht-
toevoertoestel moet worden gecontroleerd.
Voor de inbedrijfstelling van de CFL-EC moet de drukverschilschakelaar aan
de toevoerlucht-, resp. retourluchtfilter worden ingesteld op een waarde van
200 Pa (schaalwieltje).
P
+ +
+ +
Pa
200
3063952_202106
Advertenties
Inhoudsopgave
