3 Over de doos
3
Over de doos
3.1
Overzicht: Over de doos
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen nadat de doos met de
binnenunit on-site werd geleverd.
Denk aan de volgende punten:
▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op
beschadigingen. Elke vorm van beschadiging MOET onmiddellijk
aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur gemeld
worden.
▪ Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke
installatieplaats om beschadiging tijdens het transport te
voorkomen.
▪ Maak de weg waarlangs u de unit naar binnen zult brengen op
voorhand klaar.
3.2
Binnenunit
3.2.1
De binnenunit uitpakken
3.2.2
Toebehoren uit de binnenunit verwijderen
a
1×
e
1×
h
1×
a
Afsluiter met geïntegreerd filter
b
Veiligheidsklep (met de nodige aansluitonderdelen voor
montage op de bovenkant van het pekelniveauvat)
c
Pekelniveauvat
d
Afstandstemperatuursensor (met installatiehandleiding)
e
Kabel voor afstandbuitensensor (40 m)
f
O-ringen (als reserve voor afsluiters van hydromodule)
g
Energielabel
h
Algemene veiligheidsmaatregelen
i
Bijlageboek met optionele uitrustingen en apparatuur
j
Installatiehandleiding
k
Gebruiksaanwijzing
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8
8×
b
c
d
1×
1×
1×
f
g
4×
1×
ENERG
ENERG
Y
IJA
Y
IJA
IE
IA
IE
IA
i
j
k
1×
1×
1×
3.2.3
De binnenunit hanteren
Volg onderstaande richtlijnen wanneer u de unit hanteert:
>200
kg
▪ De unit weegt veel. Er zijn minstens 2 personen nodig om de unit
te hanteren.
▪ Gebruik een rolwagentje om de unit te transporteren. Zorg dat het
rolwagentje een voldoende groot horizontaal vlak heeft dat
geschikt is voor het transport van zware apparaten.
▪ Houd de unit recht wanneer u de unit verplaatst.
▪ Gebruik de grepen aan de achterkant om de unit te dragen.
▪ Verwijder de hydromodule als u de unit via een trap naar boven of
beneden wilt dragen. Zie
"6.2.3 De hydromodule van de unit
verwijderen" op pagina 26
voor meer informatie.
▪ We raden u aan hijsbanden te gebruiken om de unit via een trap
naar boven of beneden te dragen.
4
Over de units en opties
4.1
Overzicht: Over de units en opties
Dit hoofdstuk bevat informatie over:
▪ De binnenunit identificeren
▪ De binnenunit met opties combineren
4.2
Identificatie
OPMERKING
Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of
onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te
verwisselen tussen verschillende modellen.
4.2.1
Identificatielabel: Binnenunit
Plaats
Modelidentificatie
Voorbeeld: E GS A X 10 DA 9W G
Code
E
Europees model
GS
Geothermische warmtepomp
Beschrijving
EGSAH/X06+10DA9W(G)
Daikin Altherma 3 GEO
4P569820-1 – 2019.02