INFORMATIE
Als er in de primaire zone of de secundaire zone een vraag
naar verwarming is en deze zone is uitgerust met
radiatoren, dan zal de doel-delta T die door de unit wordt
gebruikt tijdens het verwarmen, gelijk zijn aan de
temperatuur die in [2.B] is ingesteld.
Als de zones niet zijn uitgerust met radiatoren, dan zal de
unit bij het verwarmen voorrang geven aan de doel-delta T
voor de secundaire zone als er een vraag naar verwarming
is in de secundaire zone.
Bij het koelen zal de unit voorrang geven aan de doel-
delta T voor de secundaire zone, als er een vraag naar
koeling is in de secundaire zone.
#
Code
[2.B.1]
[1‑0B]
Delta T verwarming: er moet een
minimaal temperatuurverschil zijn voor
de goede werking van de
warmteafgevers in de
verwarmingsmodus.
▪ 3°C~10°C
[2.B.2]
[1‑0D]
Delta T koeling: er moet een
minimaal temperatuurverschil zijn voor
de goede werking van de
warmteafgevers in de koelmodus.
▪ 3°C~10°C
Aanvoerwatertemperatuur: Modulatie
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat. Wanneer de kamerthermostaatfunctie gebruikt
wordt, moet de gebruiker de gewenste kamertemperatuur instellen.
De unit zal warm water aan de warmteafgevers leveren en de kamer
zal
verwarmd
worden.
Daarbij
aanvoerwatertemperatuur geconfigureerd worden: wanneer de
aanpassing
aangezet
wordt,
aanvoerwatertemperatuur automatisch berekenen (op basis van
voorgeprogrammeerde temperaturen, als weersafhankelijk werd
geselecteerd, zal de aanpassing gebeuren op basis van de
gewenste weersafhankelijke temperaturen); wanneer de aanpassing
uitgezet wordt, kunt u de gewenste aanvoerwatertemperatuur op de
gebruikersinterface instellen. Bovendien wordt, met ingeschakelde
aanpassing, de gewenste aanvoerwatertemperatuur verlaagd of
verhoogd in functie van de gewenste kamertemperatuur en het
verschil tussen de werkelijke en de gewenste kamertemperatuur. Dit
resulteert in volgende zaken:
▪ stabiele kamertemperaturen die exact overeenkomen met de
gewenste temperatuur (hoger niveau van comfort)
▪ minder aan/uit-cycli (stiller, groter comfort en grotere effectiviteit)
▪ zo laag mogelijke watertemperaturen om met de gewenste
temperatuur overeen te stemmen (grotere effectiviteit)
EGSAH/X06+10DA9W(G)
Daikin Altherma 3 GEO
4P569820-1 – 2019.02
Beschrijving
moet
ook
de
gewenste
zal
de
unit
de
gewenste
#
Code
[2.C.1]
[8‑05]
Modulatie:
▪ 0 Nee: Uitgeschakeld. De gewenste
aanvoerwatertemperatuur moet op de
gebruikersinterface ingesteld worden.
▪ 1
aanvoerwatertemperatuur
berekend op basis van het verschil
tussen
kamertemperatuur en de werkelijke
kamertemperatuur. Dit zorgt voor een
betere
capaciteit van de warmtepomp en de
werkelijk
waardoor er minder dikwijls moet
worden gestart en gestopt en het
systeem aldus zuiniger werkt.
Let
aanvoerwatertemperatuur kan alleen
op de gebruikersinterface gelezen
worden.
[2.C.2]
[8‑06]
Max modulatie:
▪ 0°C~10°C
Dit is de temperatuur waarde waarmee
de gewenste aanvoerwatertemperatuur
wordt verhoogd of verlaagd.
INFORMATIE
Wanneer modulatie van de aanvoerwatertemperatuur is
ingeschakeld, moet de weersafhankelijke curve hoger
worden ingesteld dan [8-06] plus het instelpunt van de
minimum aanvoerwatertemperatuur nodig om een stabiele
toestand voor het comfortinstelpunt voor de kamer te
bekomen. Voor meer efficiëntie kan modulatie het
instelpunt van de aanvoerwatertemperatuur verlagen. Door
de weersafhankelijke curve hoger te plaatsen kan deze
verlaging niet onder het minimuminstelpunt vallen. Zie de
onderstaande illustratie.
T t
+[8-06]
−[8-06]
a
Weersafhankelijke curve
b
Instelpunt minimum aanvoerwatertemperatuur vereist om
een stabiele toestand te bekomen voor het
comfortinstelpunt voor de kamer.
Afsluiter
Het volgende is alleen van toepassing in het geval van 2
aanvoerwatertemperatuurzones.
aanvoerwatertemperatuurzone, sluit de afsluiter aan op de uitgang
van de verwarming/koeling.
De afsluiter voor de primaire aanvoerwatertemperatuurzone kan in
deze omstandigheden worden gesloten:
INFORMATIE
De afsluiter staat tijdens het ontdooien ALTIJD open.
Tijdens verwarming: Als [F‑0B] is geactiveerd wordt de afsluiter
gesloten als er geen vraag naar verwarming is vanuit de primaire
zone. Activeer deze instelling om:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10 Configuratie
Beschrijving
Ja:
Ingeschakeld.
De
wordt
de
gewenste
overeenkomst
tussen
de
benodigde
capaciteit,
op:
De
gewenste
a
b
T a
In
het
geval
van
1
69