5. Onderhoud motor
Uitv. benzinemotor
Uitv. dieselmotor
34
Het motortoerental aflezen (u/min)
Het motortoerental kan gecontroleerd worden wanneer de motor
warm en niet onder spanning staat.
• Langzaam, vrijloop (geen last) - 1500 /-50
• Snel, bovenste nullast (geen last) - 3250 /-50
Indien het motortoerental niet juist is, gelieve contact op te
nemen met uw dichtstbijzijnde
Motoroliepeil controleren
Motorschade vermijden!
Indien het oliepeil niet regelmatig wordt
gecontroleerd, kan de motor zwaar beschadigd wor-
den wanneer deze werkt met een onjuist oliepeil.
• Vóór de inwerkingstelling, de eenheid op een effen vlakte
stellen en de motorolie controleren.
• Het oliepeil controleren wanneer de motor koud staat en
niet draait
• Het oliepeil moet zich tussen het max. en min. bevinden.
• Vóór het bijvullen, de motor afzetten.
1. De machine op een effen vlakte parkeren.
2. De motor afzetten en aan de stoprem trekken.
3. De contactsleutel eraf nemen.
4. De motorkap openen om toegang te krijgen tot de motorruimte.
5. De oliepeilstok
bevindt, dient eruit te worden genomen en met een schone doek
te worden gereinigd.
6. De oliepeilstok opnieuw in de motor steken en er opnieuw
uittrekken.
7. Het oliepeil controleren. Het oliepeil moet zich tussen het
min. en het max. op de oliepeilstok bevinden.
Indien het oliepeil laag staat, dient een kleine hoe-
I
veelheid olie te worden toegevoegd, zodat het oliepeil
het max. niveau op de oliepeilstok niet overschrijdt.
Indien het oliepeil het max. niveau overschrijdt, dient olie te
worden afgelaten tot het juiste niveau bereikt is.
Milieugevaar!
W
Olie tast het milieu aan. De olie in een daartoe voor-
ziene bak doen en naar een geschikt recyclage-
centrum brengen.
8. De oliepeilstok opnieuw op zijn plaats steken.
9. De motorkap sluiten
agria/ VENTRAC Werktuigdrager 6600
agria-Service
, die zich achteraan links van de motor
.
.