3. Machine- en bedieningselementen
Centrale rem
Om de machine in heuvelachtig terrein te kunnen afremmen en om hem te kun-
nen parkeren, wordt een gecombineerde centrale blokkeerrem gebruikt.
B/2
matisch staan – beide wielen zijn geblokkeerd.
Voor het deblokkeren van de blokkeerrem moet de excenterhendel in de uitgangs-
positie worden teruggebracht – rem is weer los.
Niet tegelijkertijd rijden en remmen
I
De rem moet voordat met rijden wordt begonnen worden losgemaakt,
er kunnen beschadigingen optreden door overdruk (uitval wielmotor)
Centrale rem
Excenterhendel (B/2) naar achteren en boven zwenken
– beide wielen worden afgeremd.
Bij het loslaten van de excenterhendel zwenkt deze in
de uitgangspositie terug – rem is weer los.
Blokkeerrem
Excenterhendel (B/2) naar achteren en boven over het
dode punt heen zwenken. Excenterhendel blijft auto-
Stuurstang
Verstel de stuurstangen nooit tijdens de
W
werkzaamheden - kans op ongevallen!
Stuurstang – hoogteverstelling
Wederzijds kogelgreephendel
de aanslag (B) vrij is.
linker en rechter stuurstang op de gewenste hoogte
instellen en in de passende vertanding brengen.
kogelgreephendel
Stuurstang – zijwaartse verstelling
De stuurstang kan vanuit zijn normale positie
(middenpositie) ca. 30° naar links of naar rechts w or-
den gedraaid.
Kogelgreep (B/1) omhoogtrekken en in deze positie
houden, stuurstang naar links of naar rechts in de
gewenste positie brengen
kogelgreep loslaten en stuurstang enigszins heen en
weer bewegen tot de bout vastklikt.
Hydrostatische werktuigdrager Taifun
zover losmaken, tot
weer vastdraaien.
3
21