REMKO ATY...DC
5.8 Aansluiting van het binnentoestel bij inbouw van de koelmiddelleidingen.
Mochten de koelmiddelleidingen ter plekke vlak in de apparaten aangebracht worden, let dan op de vol-
gende aanwijzingen. De algemene aansluitmogelijkheden vindt u in de hoofdstukken "Aansluitvarianten van
het binnentoestel" en "Wandhouder".
Let er bij inbouw van de koelmiddelleidingen op, dat de ter plekke aanwezige koelmiddelleidingen niet in een
hoek 90° uit muuropening komen. Door de benodigde buigradius kan het apparaat dan slechts met moeite
resp. niet meer op de wandhouder bevestigd worden.
Voer de ter plekke aanwezige koelmiddelleidingen daarom in een zo vlak mogelijke hoek (<30°) uit de muu-
ropening vanaf de linker zijde in het apparaat. Hierdoor is een directe aansluiting van de koelmiddelleidingen
mogelijk (zie Afb. 32).
AANWIJZING!
Bij verzonken montage moet de flensverbinding in het apparaat plaatsvinden. Een loskoppelbare verbin-
ding in het inbouwgedeelte is over het algemeen niet toegestaan!
Afb. 32: Aansluiting van het binnentoestel bij inbouw van de koelmiddelleidingen (Uitzicht vanaf boven)
5.9 Olieretourmaatregelen
Als de buitenunit hoger dan de binnenunit wordt
geplaatst, moeten geschikte maatregelen voor de
olieretour worden getroffen. Dit gebeurt meestal
door het maken van een olie-sifon, die om de 7,0
meter stijging moet worden geïnstalleerd.
Afb. 33: Olieretourmaatregelen
28
A
2
1
B
A: Buitenunit
B: Binnenunit
1: Olie-sifon in de zuigleiding naar de buitenunit 1
x elke 7,0 stijgende meter, radius: 50 mm
2: Max. 10 m