3. Machine- en bedieningselementen
Beschermkappen
Montage
De freeswerktuigen moeten door de
beschermkappen van bovenaf zijn afge-
dekt.
W
Beschermkappen alleen met
afgezette motor en met ver-
wijderde bougiekap monteren
en demonteren. Beschermingshand-
schoenen dragen!
De beide beschermkappen (1+2) met
de spanbuizen (3) en de spanschroeven
(4) in de meeneemgaten (A/9) aan de
freestransmissie bevestigen (zie afb.).
W
Monteer voor het frezen de
juiste beschermkappen, om
verwondingen door de rote-
rende freeswerktuigen te voorkomen.
1 beschermkap links
2 beschermkap rechts
3 spanbuis
4 spanschroef
22
Hakspoor
Hakspoor (5) met de spoorploegboom
(6) aan de werktuigaansluiting
bevestigen.
De voorwaartse beweging van de motorf-
rees wordt door de hakspoor geremd. De
gewenste freesdiepte wordt verkregen
doordat de hakspoor (5) op verschillende
dieptes kan worden ingesteld.
Hoe dieper de hakspoor in de bodem
drukt, des te dieper grijpen de freeswerk-
tuigen in de bodem.
Hakspoorinstelling
A = bij zware bodem
B = bij gemiddelde tot lichte bodem
C = bij zandgrond
De hakschaar (4) kan worden gebruikt
bij losgemaakte bodems.
Motorfrees 6000
A
B
Uitgave 11.98
C