Invacare® Comet-serie
6.7.1 De motoren ontkoppelen
LET OP!
Kans op wegrollen van het mobiliteitshulpmiddel
Als de motoren zijn ontkoppeld (voor duwen
in vrijloop), zijn de elektromagnetische
motorremmen uitgeschakeld.
– Als het mobiliteitshulpmiddel is geparkeerd,
moeten de hendels voor het koppelen
en ontkoppelen van de motoren goed in
de positie "RIJDEN" worden vergrendeld
(elektromagnetische motorremmen
ingeschakeld).
De motoren mogen alleen door een begeleider
worden ontkoppeld, niet door de gebruiker.
Dit zorgt ervoor dat de motoren alleen worden
ontkoppeld als er een begeleider aanwezig is om het
mobiliteitshulpmiddel te vergrendelen om onbedoeld
wegrollen te voorkomen.
De hendel voor het koppelen en ontkoppelen van de motor
bevindt zich rechtsachter.
40
De aandrijving ontkoppelen
1. Schakel de scooter uit (sleutelschakelaar).
2. Druk op ontgrendelingsknop A op de
ontkoppelingshendel.
3. Duw de ontkoppelingshendel naar voren.
De aandrijving is ontkoppeld. De scooter kan nu met
de hand worden geduwd.
De aandrijving vastkoppelen
1. Trek de hendel naar achteren.
De aandrijving is vastgekoppeld.
6.8 Op de scooter rijden
WAARSCHUWING!
Letselrisico door onbedoeld wegrollen van het
voertuig
Wanneer u het voertuig stilzet, moet de rijhendel
terugkeren naar de middelste stand om de
elektromagnetische rem te activeren. Als de
rijhendel niet kan terugkeren naar de middelste
stand, kan de elektromagnetische rem niet
worden geactiveerd. Hierdoor kan het voertuig
onbedoeld wegrollen.
– Controleer of de rijhendel zich in de middelste
stand bevindt wanneer het voertuig stil moet
blijven staan.
1608101-D