Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Veiligheidslichtgordijn
Schermaansluiting aan bevestigingshoek
De aardverbinding die samen met de aansluitkabels getrokken wordt,
moet zoals getoond via het bevestigingselement aan de sensoren E en
R aangesloten worden
Lichtlijst
Bevestigingselement
Aansluitkabel
KA-0610/0611
4.3
Stekkerconfiguratie
Bewakingsmodule NSR-0605
Benaming
Pin
Betekenis
Stroomtoevoer
V 1
Aansluitingen 1, 2, 3 (verbonden)
V 2
Aansluitingen 4, 5, 6 (verbonden)
Sch
AARDE
Sensoren E / R
+
Toevoerspanning voor sensor (bruin)
-
0 V voor sensor (groen)
B
Datasignaal voor RS-485 bus (geel)
A
Datasignaal voor RS-485 bus (wit)
Sch
Afscherming van de kabel (zwart)
Signaaluitgang
EN
Schakelsignaal AAN - geen onderbre-
king van de stralen, geen storing in het
OF
systeem
Schakelsignaal UIT - onderbreking van
COM
de stralen of storing in het systeem
gemeenschappelijk schakelcontact
Ingang houd-
+
Aansluiting voor signaaltoestel voor het
functie
opheffen van de houdfunctie
-
Aansluiting voor signaaltoestel voor het
opheffen van de houdfunctie
Testingang
+
Ingangssignaal voor het activeren van
de systeemtest
-
Ingangssignaal voor het activeren van
de systeemtest
Uitgang 1
1
Veiligheidsuitgang OSSD 1, potentiaal-
2
vrij werkcontact (NO contact)
Uitgang 2
1
Veiligheidsuitgang OSSD 2, potentiaal-
2
vrij werkcontact (NO contact)
V1
V2 Sch.
1 2
1 2
Aansluiting voor de sensoren E / R:
Benaming
Pin
Kabelkleur
Sensoren E / R
+
Bruin (BN)
-
Groen (GR)
B
Geel (YE)
A
Wit (WH)
Sch
Zwart (BK)
8
Aardingsaansluiting
+ – B A Sch. + – B A Sch. + –
+ –
5. Gebruik en onderhoud
5.1
Testen voor de inbedrijfname
Voor de inbedrijfname moeten de volgende punten door de verantwoor-
delijke getest worden
1 Het moet onmogelijk zijn de gevaarlijke machineonderdelen in bewe-
ging te zetten terwijl een lichaamsdeel van een persoon zich in het
veiligheidsveld van de contactloos werkende beschermvoorziening
bevindt
2 De bediening van de contactloos werkende beschermvoorziening
(veiligheidsveldonderbreking) tijdens de gevaarljke fase van de
machinewerking moet ertoe leiden dat de gevaarlijke onderdelen
gestopt worden of, waar gepast, in een andere veilige toestand over-
gaan, voordat een lichaamsdeel van een persoon hen kan bereiken
Het mag niet mogelijk zijn de gevaarlijke onderdelen terug in gang
te zetten voordat de normale werking van de contactloos werkende
beschermvoorziening volledig terug hersteld is en de besturingsele-
menten van de machine opnieuw bediend geworden zijn
3 Controleer de machine om te garanderen dat geen andere mechani-
sche of structurele aspecten aanwezig zijn die kunnen verhinderen
dat de machine gestopt wordt of door een schakelbevel van de
contactloos werkende beschermvoorziening in een andere veilige
toestand gebracht wordt
4 Controleer en test de machinebesturing en de verbindingen met de
contactloos werkende beschermvoorziening om te garanderen dat er
geen wijzigingen doorgevoerd werden die het systeem nadelige be-
invloeden en dat geschikte wijzigingen correct geregistreerd werden
Schakel de SLC in en controleer de werking op de volgende
manier:
Het systeem voert na het inschakelen van de bedrijfsspanning een
systeemtest uit Daarna worden de uitgangen vrijgeschakeld indien het
veiligheidsveld niet onderbroken is De LED "OSSD AAN" brandt
Bij een niet-correcte functie moet u de instructies van het
hoofstuk Diagnose opvolgen
5.2
Onderhoud
Gebruik de SLC niet zolang de inspectie niet volledig afgeslo-
ten en beëindigd is Een foutieve inspectie kan tot zware of
zelfs dodelijke verwondingen leiden
Voorwaarden
Om veiligheidsredenen moeten alle inspectieresultaten bewaard
worden De werkwijze van de SLC en de machine moet gekend zijn om
een inspectie te kunnen doorvoeren Als de monteur, de planningstech-
nicus en de operator verschillende personen zijn, moet u ervoor zorgen
dat de gebruiker over voldoende informatie beschikt om het onderhoud
te kunnen uitvoeren
5.3
Regelmatige inspectie
Voer een regelmatige visuele inspectie en functietest uit, inclusief de
volgende stappen:
1 Het toestel vertoont geen zichtbare schade
2 De optische afdekking is bekrast noch vervuild
3 Gevaarlijke machineonderdelen kunnen uitsluitend via het veilig-
heidsveld van de SLC benaderd worden
4 Bij het werken aan gevaarlijke machineonderdelen blijft het perso-
neel binnen de detectiezone
5 De veiligheidsafstand van de toepassing is groter dan de mathemati-
sche berekende
NL
SLC 430
+
-
B
A
Sch.
Advertenties
Inhoudsopgave
