Bedieningshandleiding
Veiligheidslichtgordijn
Is de nieuwe waarde S > 500 mm, dan gebruikt u deze als veiligheids-
afstand
Is de nieuwe waarde S < 500 mm, dan gebruikt u een minimumafstand
van 500 mm
Voorbeeld
Reactietijd van het veiligheidslichtgordijn = 50 ms
Resolutie van het veiligheidslichtgordijn = 30 mm
Nalooptijd van de machine = 330 ms
S = 2000 mm/s * (330 ms + 50 ms) + 8 (30 mm - 14 mm)
S = 888 mm
S = > 500 mm, dus nieuwe berekening met V = 1600 mm/s
S = 736 mm
S = Veiligheidsafstand [mm]
T = Nalooptijd van de machine + reactietijd van het veiligheidslichtgor-
dijn
K = Naderingssnelheid 1600 mm/s
De veiligheidsafstand tussen het veiligheidslichtscherm en
de gevaarlijke plaats moet altijd in acht genomen worden
Als een persoon de gevaarlijke plaats kan bereiken voordat
de gevaarlijke beweging tot stilstand gekomen is, kan dit tot
zware verwondingen leiden
Veiligheidsafstand ten opzichte van de gevarenzone
S
Grens van de gevaarlijke plaats
Veiligheidsafstand (S)
Veiligheidsveldmar-
kering
≤ 75 mm = max. afstand om te garanderen dat men niet over de
beschermvoorziening heen kan stappen
Om te vermijden dat men achter het veiligheidsveld kan geraken, moet
deze afmeting onvoorwaardelijk in acht genomen worden
De formules en rekenvoorbeelden hebben betrekking op de verticale
opstelling/zie tekening van het lichtgordijn ten opzichte van de gevaar-
lijke plaats De geldende geharmoniseerde EN normen en eventuele
nationale voorschriften moeten in acht genomen worden
De opvolgers van EN 999 voor het berekenen van de
minimumafstanden van de beschermvoorzieningen tot de
gevaarlijke plaats zijn EN ISO 13855 en EN ISO 13857
3.5.1 Minimale afstand ten opzichte van reflecterende oppervlak-
ken
Bij de installatie moeten de effecten van reflecterende oppervlakken in
acht genomen worden Een foutieve installatie kan tot het niet herken-
nen van onderbrekingen van het veiligheidsveld en bijgevolg tot zware
verwondingen leiden Neem daarom bij de installatie onvoorwaardelijk
de hieronder vermelde minimumafstanden ten opzichte van reflecte-
rende oppervlakken (metalen wanden, vloeren, plafonds of werkstuk-
ken) in acht
Lichtlijst A
4°
8°
Grens van de gevaarlijke
plaats
De minimumafstand a wordt gemeten van de optische as van de beide
sensoren tot aan het reflecterende lichaam en is afhankelijk van de
breedte van het veiligheidsveld (zie tabel en diagram)
Bovenkant werktuig
Stopsignaal voor de
tA
gevaarlijke beweging
Stilstand van de gevaar-
tB
lijke beweging
tn = tB - tA
Minimumafstand a in mm
Onderkant werktuig
300
200
100
70
NL
Richting van het betreden
Hindernis
optische as
Breedte veilig-
heidsveld
0,2 m ... 3,0 m
3,5 m
4,0 m
4,5 m
5,0 m
6,0 m
1,5
3,0
4,0
SLC 430
Lichtlijst B
a=105mm
a= 262 mm
reflecterende lichamen
(bijv materiaalcontainer)
Minimumafstand a
105 mm
123 mm
140 mm
158 mm
175 mm
210 mm
5,0
7,5
Breedte veiligheidsveld in m
4°
8°
5