Bedieningshandleiding
Veiligheidslichtgordijn
Veiligheidslichtgordijn SLC 420
De veiligheidsafstand voor de resolutie 14 mm tot 40 mm worden vol-
gens de onderstaande formule berekend:
(1) S = 2000 mm/s * T + 8 (d - 14) [mm]
S = Veiligheidsafstand [mm]
T = Totale reactietijd (nalooptijd machine, reactietijd van de bescherm-
voorziening, veiligheidsmodule, enz.)
d = Resolutie van het veiligheidslichtgordijn
Naderingssnelheid is geïntegreerd à rato van 2000 mm/s
Is na de berekening van de veiligheidsafstand de waarde S <= 500 mm,
dan moet u deze waarde gebruiken.
Is de waarde S >= 500 mm, dan moet u de afstand opnieuw berekenen:
(2) S = 1600 mm/s * T + 8 (d - 14) [mm]
Is de nieuwe waarde S > 500 mm, dan gebruikt u deze als veiligheid-
safstand.
Is de nieuwe waarde S < 500 mm, dan gebruikt u een minimumafstand
van 500 mm.
Voorbeeld
Reactietijd van het veiligheidslichtgordijn = 10 ms
Resolutie van het veiligheidslichtgordijn = 14 mm
Nalooptijd van de machine = 330 ms
S = 2000 mm/s * (330 ms + 10 ms) + 8(14 mm - 14 mm)
S = 680 mm
S = > 500 mm, dus nieuwe berekening met V = 1600 mm/s
S = 544 mm
De veiligheidsafstand voor de resolutie 50 mm worden volgens de
onderstaande formule berekend:
(3) S = ( 1600 mm/s * T ) + 850 mm
S = Veiligheidsafstand [mm]
T = Nalooptijd van de machine + reactietijd van het veiligheidslichtgor-
dijn
K = Naderingssnelheid 1600 mm/s
C = Veiligheidsmarge 850 mm
De veiligheidsafstand tussen het veiligheidslichtgordijn en
de gevaarlijke plaats moet altijd in acht genomen worden.
Als een persoon de gevaarlijke plaats kan bereiken voordat
de gevaarlijke beweging tot stilstand gekomen is, kan dit tot
zware verwondingen leiden.
8
Veiligheidsafstand ten opzichte van de gevarenzone
S
Veiligheidsafstand (S)
Veiligheidsveldmarkering
≤ 75 mm = max. afstand om te garanderen dat men niet over de beschermvoorziening
heen kan stappen
Om te vermijden dat men achter het veiligheidsveld kan geraken, moet deze afmeting
onvoorwaardelijk in acht genomen worden.
De formules en rekenvoorbeelden hebben betrekking op de verticale
opstelling/zie tekening van het lichtgordijn ten opzichte van de gevaar-
lijke plaats. De geldende geharmoniseerde EN normen en eventuele
nationale voorschriften moeten in acht genomen worden.
De opvolgers van EN 999 voor het berekenen van de
minimumafstanden van de beschermvoorzieningen tot de
gevaarlijke plaats zijn EN ISO 13855 en EN ISO 13857.
3.4.1 Minimale afstand ten opzichte van reflecterende oppervlak-
ken
Bij de installatie moeten de effecten van reflecterende oppervlakken in acht
genomen worden. Een foutieve installatie kan tot het niet herkennen van
onderbrekingen van het veiligheidsveld en bijgevolg tot zware verwondin-
gen leiden. Neem daarom bij de installatie onvoorwaardelijk de hieronder
vermelde minimumafstanden ten opzichte van reflecterende oppervlakken
(metalen wanden, vloeren, plafonds of werkstukken) in acht.
Richting van het betreden
Zender
optische as
5°
8°
Grens van de gevaarlijke plaats
Veiligheidsafstand a
a [mm]
1000
900
800
700
600
500
400
300
200
100
0 3 5
10
15
Bereken de minimumafstand tot reflecterende oppervlakken in functie
van de afstand met een openingshoek van ± 2,5° graden of zoek de
waarde in de volgende tabel:
NL
SLC 420
Grens van de gevaarlijke plaats
Bovenkant werktuig
Stopsignaal voor de
t
gevaarlijke beweging
A
Stilstand van de gevaarli-
t
B
jke beweging
t
= t
- t
n
B
A
Onderkant werktuig
Hindernis
a=130mm
a= 262 mm
reflecterende lichamen
(bijv. materiaalcontainer)
D [m]
20
Ontvanger
5°
8°