Beschrijving van de werking
Toegangsbesturing
4.5
Toegangsbesturing
Om verstelling door onbevoegden of onbedoelde verstelling te voorkomen kan de apparaatbesturing
worden vergrendeld. De toegangsblokkering werkt als volgt:
•
Parameters en instellingen in het apparaatconfiguratiemenu, in het expertmenu en in het
functieverloop worden weergegeven, maar kunnen niet worden gewijzigd.
•
Het lasproces en de lasstroompolariteit kunnen niet worden omgeschakeld.
De parameters voor de instelling van de toegangsblokkering wordt in het apparaatconfiguratiemenu
ingesteld > zie hoofdstuk 4.7.
Toegangsblokkering activeren
•
Toegangscode voor toegangsblokkering instellen: selecteer parameter
•
Toegangsblokkering activeren: zet parameter
De activering van de toegangsblokkering wordt met signaallampje "Toegangsblokkering geactiveerd"
weergegeven > zie hoofdstuk 3.
Toegangsblokkering opheffen
•
De toegangscode voor toegangsblokkering invoeren: selecteer parameter
ingevoerde cijfercode in (0-999).
•
Toegangsblokkering deactiveren: zet parameter
toegangsblokkering kan alleen door de invoer van het eerder geselecteerde cijfercode worden
gedeactiveerd.
4.6
Spanningsverminderingsvoorziening
Uitsluitend apparaatvarianten met de toevoeging (VRD/AUS/RU) zijn uitgerust met een
spanningsverminderingsinrichting (VRD). Deze dient als extra veiligheid in gevaarlijke omgevingen (zoals
bijv. scheepsbouw, aanleg van buisleidingen, mijnbouw).
De spanningsverminderingsinrichting wordt in sommige landen en in vele veiligheidsvoorschriften van
lasstroombronnen voorgeschreven.
Het signaallampje VRD > zie hoofdstuk 3 brandt wanneer de spanningsverminderingsinrichting zonder
problemen functioneert en de uitgangsspanning tot de door de desbetreffende norm voorgeschreven
waarde wordt gereduceerd (technische gegevens).
56
op toegangsblokkering geactiveerd
op toegangsblokkering gedeactiveerd
en een cijfercode (0-999).
.
en voer de eerder
. De
099-00T400-EW505
10.11.2017