Gebruiksaanwijzing
De toetsen aan de linker- en rechterkant van het display zijn
vaste toetsen met één functie.
De vier toetsen onder het display zijn functietoetsen, dat wil
zeggen dat de functie varieert afhankelijk van de werking op
dat moment. Als een functietoets actief is, wordt de functie
in het display direct boven de toets weergegeven.
Kenmerken van de controller
•
Weergave temperatuur en instelpunt laadruimte in
Fahrenheit of Celsius
•
Weergave urentellers diesel- en elektromotor
•
Wijziging instelpunt
•
Indicatie van alarmsituatie
•
Weergave en wissen alarmcodes
•
Instelling en indicatie modus Cycle-Sentry of continubedrijf
•
Instelling en indicatie uitschakeling bij hoge snelheid
•
Start en indicatie ontdooicyclus
•
Start en geeft inspectie vóór de reis aan
•
Verzending start van de reis naar het ServiceWatch-systeem
voor gegevensregistratie.
32
Display
Het display geeft de chauffeur informatie. Deze informatie
omvat instelpunt en temperatuur van de laadruimte,
bedrijfsgegevens van de unit, meteraflezingen, temperaturen
en andere gegevens die de bestuurder kan selecteren.
Standaard worden in dit display de temperatuur van de
laadruimte en het instelpunt weergegeven. Het pictogram
CYCLE-SENTRY rechtsboven in het display geeft aan dat de
unit in de modus CYCLE-SENTRY (starten-stoppen) werkt.
Het instelpunt van de unit is 2 °C, de daadwerkelijke temperatuur
in de laadruimte is 2,1 °C. Het pijltje omlaag aan de linkerkant
van het display geeft aan dat de unit bezig is met koelen.
De vier toetsen onder het display zijn functietoetsen, dat wil
zeggen dat de functie varieert afhankelijk van de werking op
dat moment. Als een functietoets actief is, wordt de functie
in het display direct boven de toets weergegeven. Als u in
bovenstaand voorbeeld op de linkerfunctietoets drukt, wordt
het INSTELPUNT geopend. Als u op de rechterfunctietoets
drukt, wordt het HOOFDMENU geopend. Met de twee andere
functietoetsen kunt u de menu's METER en SENSOR openen,
zoals boven de toetsen wordt aangegeven.