Afdrukken
Afdrukopties selecteren voor een specifieke taak (Windows)
Voor speciale afdrukopties voor een bepaalde taak wijzigt u de instellingen in het stuurprogramma
voordat u de taak naar de printer verzendt. Als u bijvoorbeeld een bepaalde afbeelding wilt afdrukken
in Foto-afdrukkwaliteitmodus, moet u deze instelling in het stuurprogramma selecteren voordat u de
taak afdrukt.
1.
Open het dialoogvenster Afdrukken in de toepassing waaruit u wilt afdrukken. Selecteer het
printerstuurprogramma en open de instellingen van het printerstuurprogramma.
2.
Als u de papier- en ladeinstellingen op het tabblad Papier/aflevering wilt selecteren, klikt u op de
pijlknop rechts van het Papieroverzicht en maakt de gewenste selectie:
•
Geef een lade aan door deze te selecteren in het menu Selecteren per lade.
•
Als u een papiersoort wilt opgeven, selecteert u de soort in het menu Andere soort.
•
Als u een papierformaat wilt opgeven, klikt u op Ander formaat. Selecteer het gewenste
afdrukpapierformaat in het dialoogvenster Papierformaat en klik op OK.
•
Indien u zowel een papiersoort als een lade wilt specificeren, selecteert u Geavanceerde
papierselectie. Maak de gewenste selecties in het dialoogvenster Geavanceerde
papierselectie en klik op OK.
3.
Selecteer desgewenst andere opties op de tabbladen van het stuurprogramma. Zie
voor Windows
op pagina 87 voor specifieke afdrukopties.
4.
Klik op OK om uw selecties op te slaan.
5.
Verzend de afdruktaak.
In de volgende tabel worden specifieke afdrukopties voor de PostScript- en PCL-stuurprogramma's
weergegeven. Klik op de knop Help (?) in het printerstuurprogramma om de online help te raadplegen
voor meer informatie.
86
ColorQube 8570/8870 kleurenprinter
Gebruikershandleiding
Afdrukopties