4.
Selecteer in de lijst Opdrachttype het type afdruktaak en voer een van de volgende
handelingen uit:
•
Beveiligde afdruk: voer een code van 4 cijfers in tussen 0000 en 9999 in het veld
Toegangscode. Voer de toegangscode nogmaals in het veld Toegangscode bevestigen in.
Klik op OK.
•
Proefafdruk: voer een naam in voor het document, selecteer een van de vermelde
documenten of selecteer Documentnaam gebruiken zodat de printer standaard de
documentnaam gebruikt. Klik op OK.
•
Persoonlijke afdruk: het document wordt aan de hand van uw gebruikersnaam herkend
vanaf het bedieningspaneel of via CentreWare® Internet Services.
•
Opgeslagen opdracht: voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster
Opgeslagen opdracht:
•
Klik op Gedeelde opdracht. Selecteer of voer een documentnaam in (van maximaal 20
tekens) in het veld Opdrachtnaam of selecteer Documentnaam gebruiken. Klik op OK.
Klik op Persoonlijke opdracht. Selecteer of voer een documentnaam in (van maximaal
•
20 tekens) in het veld Opdrachtnaam of selecteer Documentnaam gebruiken. Voer in
de velden Toegangscode en Toegangscode bevestigen de toegangscode van 4 cijfers in
die vereist wordt voor het afdrukken van de taak. Klik op OK.
5.
Klik op Druk af om de afdruktaak te verzenden.
Afdrukken met-taken verzenden
Opmerkingen:
•
Voor gebruik van Afdrukken met-taken moet u persoonlijke of gedeelde opgeslagen
afdruktaken op de printer hebben opgeslagen.
•
De functie Afdrukken met is niet beschikbaar voor printers die via USB-kabel
zijn aangesloten.
Afdrukken met-taken verzenden in Windows XP SP1 of later
1.
Open het dialoogvenster Afdrukken in de toepassing waaruit u wilt afdrukken. Selecteer het
ondersteunde printerstuurprogramma en open de instellingen van het stuurprogramma.
2.
Selecteer op het tabblad Papier/aflevering Afdrukken met uit de lijst Opdrachttype.
3.
Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken met uit de lijst Opgeslagen opdrachten het gewenste
type afdruktaak.
4.
Selecteer de Persoonlijke opgeslagen of Gedeelde opgeslagen opdrachten die u met de huidige
taak wilt afdrukken. Klik vervolgens op de groene pijlknop om de taken aan de lijst Laatste
opdracht aan de rechterkant toe te voegen.
5.
Als u de afdrukvolgorde van de taken in de lijst Laatste opdracht wilt wijzigen, selecteert u de taak
die u wilt verplaatsen en klikt u daarna op de pijl-omhoog of pijl-omlaag.
6.
Als u een taak uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u deze en klikt u op de rode X-knop onder
de lijst.
7.
Klik op OK.
8.
Selecteer desgewenst andere instellingen en verzend de afdruktaak.
ColorQube 8570/8870 kleurenprinter
Gebruikershandleiding
Afdrukken
115