7.2 Instructies voor het juiste maaien
Let op! Open de uitwerpklep nooit als de opvanginrichting wordt leeggemaakt
en de motor nog loopt. Het roterende mes kan verwondingen veroorzaken.
Maak de uitwerpklep en de grasopvangzak altijd zorgvuldig vast. Als u die wilt
verwijderen, moet u eerst de motor stopzetten.
De door de geleidestelen gecreëerde veiligheidsafstand tussen meshuis en gebruiker
moet steeds worden aangehouden. Tijdens het maaien en bij veranderingen van
rijrichting op bermen en hellingen moet u bijzonder voorzichtig te werk gaan. Zorg
voor een veilige stand, draag schoenen met slipvaste zolen met stroef profiel en een
lange broek. Maai altijd dwars over de helling.
Op hellingen schuiner dan 15 graden mag om veiligheidsredenen niet met de
grasmaaier worden gemaaid.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewegen en trekken van de grasmaaier.
Struikelgevaar!
7.3 Het maaien
Maai alleen met een scherp en foutloos mes, zodat de grashalmen niet uitrafelen en
het gazon niet geel wordt.
Om een zuiver maaipatroon te bereiken leidt u de grasmaaier in zo recht mogelijke
banen. De banen moeten elkaar steeds enkele centimeters overlappen, zodat er
geen stroken blijven staan.
De onderkant van de behuizing van de maaier schoon houden en afgezet gras zeker
verwijderen. Afzettingen bemoeilijken het starten, doen afbreuk aan de maaikwaliteit
en belemmeren het uitwerpen van gras.
Op hellingen moet de maaibaan dwars over de helling verlopen. Het wegglijden van
de grasmaaier kan door schuinstand naar boven worden verhinderd. Kies de
maaihoogte al naargelang de daadwerkelijke lengte van het gras. Maai het gras in
meerdere beurten, zodat het gras telkens maximaal 4 cm korter wordt gereden.
Voordat u controles van welke aard dan ook aan het mes uitvoert, moet u de motor
afzetten. Denk eraan dat het mes na het uitschakelen van de motor nog enkele
seconden blijft draaien. Probeer nooit om het mes te stoppen.
Controleer regelmatig of het mes correct bevestigd, in perfecte staat en goed
geslepen is.
Slijp of vervang het mes, indien dit niet het geval is. Indien het roterende mes een
voorwerp raakt, de grasmaaier stilzetten en wachten tot het mes helemaal stilstaat.
Controleer vervolgens de toestand van het mes en de meshouder. Als het mes
beschadigd is, moet het worden vervangen.
Instructies voor het maaien:
1. Let op vaste voorwerpen. De grasmaaier zou kunnen worden beschadigd of
verwondingen kunnen veroorzaken.
2. Een warme motor, uitlaat of aandrijving kunnen brandwonden veroorzaken. Dus
niet aanraken.
3. Op hellingen of steil hellend terrein voorzichtig maaien.