PROGRAMMA 2 INSCHAKELING/UITSCHAKELING (middag)
UT08 -UT9
Met deze twee parameters wordt het tijdstip van PROGRAMMA 2 voor de inschakeling en de uitschakeling van de
werking van de kachel ingesteld. De instelling is actief wanneer de parameter UT01 is ingesteld in de dagelijkse of
wekelijkse modus.
UT010
Met UT10 worden de dagen ingesteld waarop PROGRAMMA 2 (ON) moet worden toegepast en de dagen waarop het NIET MOET
WORDEN TOEGEPAST (OFF). Deze parameter is actief en neemt een betekenis aan wanneer de parameter UT01 is ingesteld in de
wekelijkse modus.
Met de toets P2
kiest men de dag van de week en met toets P1
(ON)/uitschakelen(OFF) de inschakeling/uitschakeling van de kachel volgens PROGRAMMA 2 (middag). In het volgende
voorbeeld vindt de inschakeling van de kachel alleen 's middags op werkdagen plaats.
Dag 1
Dag 2
Maandag
Dinsdag
On 1
On 2
Hetzelfde geldt voor UT11 - UT12 - UT13 - UT14 - UT15 - UT16.
Bijvoorbeeld: PROGRAMMERING TIMER
UT01 --- INSTELLING HUIDIGE DAG (DAG 7 = ZONDAG)
PROGRAMMA1
UT05 --- I" INSCHAKELING
UT06 --- I" UITSCHAKELING
UT07 --- BEVESTIG DAGEN
PROGRAMMA 2
UT08 --- Ii" INSCHAKELING
UT09 --- II" UITSCHAKELING
UT10 --- BEVESTIG DAGEN
09.5 Signalering van de alarmen
In geval van een gestoorde werking beschikt de kaart over een controlesysteem dat de gebruiker door middel van het display
informeert waar de storing heeft plaatsgevonden. Door te drukken op de toets P4
display te RESETTEN.
Alarm
Sonde temperatuur rookgassen
Oververhitting rookgassen
Mislukte ontsteking
Geen elektriciteitsvoorziening
Thermostaat algemene beveiliging
Verstopte schoorsteen
Defect ventilator afzuiging rookgassen
Toelichting van de betekenis van deze alarmen:
09.5.1 Alarm sonde rookgassentemperatuur
Het alarmsignaal treedt op in geval van breuk of loskoppeling van de sonde voor het detecteren van de temperatuur van de
rookgassen. Tijdens het alarm wordt de snelheid van de ventilator rookgassen en van de warmtewisselaar naar de maximale
waarde gebracht en wordt de toevoer van pellets onderbroken door de motor van de schroef uit te schakelen. Na 10 minuten
wordt ook de ventilator uitgeschakeld.
09.5.2 Alarm oververhitting rookgassen
Het alarmsignaal treedt op in geval de sonde rookgassen een temperatuur boven de 220°C waarneemt. De melding ALARM HOT
TEMP verschijnt. Tijdens het alarm wordt de toevoer van pellets onderbroken door de motor van de schroef uit te schakelen en
de snelheid van de ventilator rookgassen wordt naar de maximale waarde gebracht; na 10 minuten wordt ook de ventilator
uitgeschakeld.
09. ELEKTRONICA MICRONOVA MET LED-DISPLAY
Dag 3
Dag 4
Woensdag
Donderdag
On 3
On 4
(bv. 07,00 uur)
(bv. 09,00 uur)
(bv. Dag 1 -off / Dag2-off/Dag3-off/Dag4-off/Dag5-off/Dag6-on/Dag7-on)
(bv. 18,00 uur)
(bv. 24,00 uur)
(bv. Dag 1 -on/ Dag2-on/Dag3-on/Dag4-on/Dag5-on/Dag6-off/Dag7-off)
Weergave display
ALARM SOND FUMI
ALARM HOT TEMP
ALARM NO FIRE
ALARM COOL FIRE
ALARM SIC
ALARM DEP
ALARM FAN FAIL
wordt deze geactiveerd
Dag 5
Vrijdag
On 5
is het mogelijk het opschrift op het
31
Dag 6
Dag 7
Zaterdag
Zondag
Off 6
Off 7