Het met de lintzaagmachine meegeleverde zaaglint is voorzien voor universeel
gebruik. Bij de selectie van het zaaglint moet u rekening houden met het volgende:
Met een smal zaaglint kunt u nauwere radii snijden dan met een breed lint.
Een breed zaaglint wordt gebruikt als men een rechte snede wilt uitvoeren. Dit
is vooral bij het snijden van hout belangrijk, omdat het zaaglint de neiging heeft
om de houtnerven te volgen en daardoor gemakkelijk afwijkt van de gewenste
snijlijn.
Fijn getande zaaglinten snijden gladder, maar ook trager, dan grove zaaglinten.
Let op: Nooit kromgebogen of ingescheurde zaaglinten gebruiken!
7.9 Zaaglint spannen (fig. 1,34)
Zaaglintgeleiding (11) instellen op ca. de helft van de hoogte tussen zaagtafel
(15) en machineframe (24).
Sluitingen (13) losmaken en zijdeksels (12,14) openen.
Geleiderail (2) verwijderen.
Zaaglint (25) ontspannen door de spanschroef (9) tegen de klok in te draaien.
Zaaglint (25) van de zaaglintrollen (7, 8) nemen en door de spleet in de
zaagtafel (15) verwijderen.
Het nieuwe zaaglint (25) weer in het midden van de beide zaaglintrollen (7,8)
erop zetten.
De tanden van het zaaglint (25) moeten naar beneden naar de zaagtafel toe
wijzen.
Zaaglint (25) spannen (zie 7.2).
Zijdeksels (12,14) weer sluiten.
7.10 Vervangen van het rubber loopvlak van de lintzaagrollen (fig. 35)
Na verloop van tijd verslijten de rubber loopvlakken (3) van de lintzaagrollen (7/8)
door de scherpe tanden van het zaaglint en moeten ze worden vervangen.
Zijdeksel (12) openen.
Zaaglint (25) eruit nemen (zie 7.7).
De rand van het rubber lint (3) optillen met de schroevendraaier (P) en dan van
de bovenste lintzaagrol (8) aftrekken.
Bij de onderste lintzaagrol (7) gaat u analoog te werk.
Het nieuwe rubber loopvlak (3) aanbrengen, zaaglint (25) monteren en het
zijdeksel (12) weer sluiten.
7.11 Tafelinzetstuk vervangen (fig. 36)
Bij slijtage of schade moet het tafelinzetstuk (17) worden vervangen, anders bestaat
er verhoogd verwondingsgevaar.
7.12 Afzuigstomp (fig. 1-2)
De lintzaagmachine is voorzien van twee afzuigstompen voor spanen. Het apparaat
mag alleen met afzuiging worden ingezet. Afzuigkanalen moeten regelmatig
gecontroleerd en schoongemaakt worden.
Houd de afzuigaansluiting die u niet gebruikt altijd afgesloten met de meegeleverde
kappen.
7.13 Zaaglintsnelheid instellen (fig. 45,46)