Apparaat-ID resetten
Als de radar moet worden aangesloten op een netwerk dat in het
verleden aangesloten is geweest op een netwerk met dubbele
radar dan is het mogelijk dat de nieuwe radar niet door het systeem
wordt gedetecteerd omdat het apparaat-ID ongeldig is. Om dit
probleem op te lossen selecteert u de knop Apparaat-ID resetten
terwijl de radar is aangesloten en ingeschakeld.
Ú Notitie:
Deze procedure moet worden uitgevoerd met slechts
één radar op het netwerk, en is alleen van toepassing als in het
netwerk een oudere MFD is gekoppeld aan andere MFD's.
Afstellen antennehoogte
Stel de hoogte van de radarscanner af op het wateroppervlak. De
radar gebruikt deze waarde voor het berekenen van de correcte
STC-instellingen.
Afstellen peiluitlijning
Hiermee wordt de koersmarkering op het scherm uitgelijnd met de
middellijn van het vaartuig. Zo worden kleine uitlijningsverschillen
van de scanner tijdens installatie gecompenseerd. Eventuele
onnauwkeurigheden worden duidelijk bij het gebruik van MARPA of
kaart-overlay.
Richt het vaartuig loodrecht op het einde van een golfbreker of
schiereiland. Pas de peilinstelling aan, zodat koersmarkering en
landmassa elkaar kruisen.
Nevenbundelonderdrukking
Van tijd tot tijd kunnen verkeerde doelecho's optreden naast sterke
doelecho's zoals grote schepen of containerhavens. Dit gebeurt
omdat niet alle verzonden radarenergie door de radarantenne in
een enkele straal gebundeld kan worden. Een kleine hoeveelheid
energie wordt in andere richtingen verspreid. Deze energie wordt
aangeduid als 'nevenbundels' en komt voor in alle radarsystemen.
De echo's die worden veroorzaakt door nevenbundels verschijnen
meestal als bogen.
Ú Notitie:
Deze functie mag alleen worden aangepast door
ervaren radargebruikers. Als deze functie niet juist wordt
ingesteld, kan er doelverlies in havens optreden.
Software installeren
| Vulcan R Series Installatiehandleiding
47