1
Algemene veiligheidsinformatie
1.1
Instructies voor veilig gebruik
Hetvolgende hoofdstuk bevat al de veiligheidsinformatie dewelke moet gevolgd
worden tijdens het gebruik van de Chattanooga Intelect F-SW.
Incorrect gebruik van het toestel.
Mogelijk letsel bij patiënt en functionerend personeel.
1.1.1
Beoogd gebruik en operationele veiligheid
Om dit toestel te gebruiken waarvoor het bedoeld is, moet de gebruiker kennis
hebben van de handleiding en beschikken over een technische bekwaamheid.
De Chattanooga Intelect F-SW is uitsluitend bedoeld voor gebruik door
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die zijn opgeleid om het apparaat te
gebruiken (zie ook H
Het toestel is enkel toegelaten voor het gebruik van de toepassngen zoals beschreven
in H
OOfdstuk
Enkel behandeling uitvoeren die goedgekeurd zijn door de fabricant!
Bijkomend, mag het toestel enkel gebruikt worden door getraind personeel die
voldoen aan de g
Er moet zonder vertraging gevolg gegeven worden aan alle status en foutmeldingen
getoond tijdens de behandelingen.
Tijdens het aanbrengen van de focale schokgolven bij maximale intentie, gebruik niet
meer dan 6.000 subsequente schokken en respecteer consequent een pauze van
5 minuten.
Onderhoud en veiligheidscontroles alvorens het starten van de behandeling
Voor het gebruik van het toestel moet de gebruiker erop toezien dat het toestel veilig
functioneert en zich in een goede staat bevindt.
• Het is van essentieel belang dat de fucntionele testen worden uitgevoerd na het
opstarten van het Chattanooga Intelect F-SW toestel. Lees in H
tiOnele testen
• Laat de onderhoudsprocedures voorzien door de fabrikant enkel opleggen door geau-
torsieerd personeel (zie ook H
Geen behandeling is toegelaten indien een scherm of 'touch screen' niet functioneert.
13 610 02 1018
WAARSCHUWING!
• Lees dit hoofdstuk aandachtig voor u het Chattanooga Intelect F-SW
toestel in gebruik neemt.
• Lees de aparte handleidingen voor alle toestellen geassocieerd met
het Chattanooga Intelect F-SW toestel.
2.2 g
OOfdstuk
ebruiksvOOrwaarden
2.1.1 i
.
ndicaties
ebruiksvOOrwaarden in
.
OOfdstuk
).
H
2.2.
OOfdstuk
OOfdstuk
6.5 O
nderHOud en veiligHeidscOntrOles
5.15 f
-
unc
).
7