5.9
44
Visueel analoge schaal (VAS)
De visueel analoge schaal in de patiëntrecord kan worden gebruikt voor het
beoordelen van de voortgang van de therapie
Met de VAS wordt de subjectieve pijngewaarwording van een patiënt gemeten op
een schaal van 0 tot 10, waarmee de patiënt de intensiteit van zijn of haar pijn kan
classificeren. Het beginpunt (0) staat voor geen pijn, terwijl het laatste punt (10) voor
de ergst voorstelbare pijn staat.
Bij elke therapiesessie wordt de patiënt gevraagd om een waarde toe te kennen aan
de pijn die hij/zij heeft ervaren sinds de laatste behandeling.
De afname in VAS-waarden in de loop van de therapie geeft een indicatie voor het
succes van de behandeling.
• Raak de pijl aan en sleep deze naar het punt op de schaal (zie foto onderaan) dat
door de patiënt is toegekend aan de intensiteit van zijn of haar pijn.
• Raak OK aan om de pijl vast te zetten.
Afb. 5-32
Instellen van de VAS-waarde
De pijl kan dan niet meer worden verplaatst en de ingestelde waarde verschijnt
aan de linkerrand van de VAS-schaal.
Afb. 5-33
VAS-waarde instellen
VAS-schaal
13 610 02 1018