4.00
2023-06 NL 5020077.40A.05
5.3 Snelheid regelen
Met de snelheidsregelaar kan de snelheid traploos worden aangepast.
> Verschuif de snelheidsregelaar naar links om de snelheid te verlagen.
> Verschuif de snelheidsregelaar naar rechts om de snelheid te verhogen.
5.4 Bovendraadspanning instellen
Bij keuze van de steek wordt de bovendraadspanning automatisch op de basisinstelling gezet.
Als ander garen wordt gebruikt, kunnen afwijkingen bij de bovendraadspanning ontstaan. Daarom is het
noodzakelijk de bovendraadspanning individueel aan het naaiproject en de gewenste steek aan te passen.
Hoe hoger de bovendraadspanning is ingesteld, des te sterker wordt de bovendraad gespannen en de
onderdraad wordt meer in de stof getrokken. Als de bovendraadspanning lager is, wordt de bovendraad
minder sterk gespannen en de onderdraad minder in de stof getrokken.
Wijzigingen van de bovendraadspanning hebben invloed op de geselecteerde steek. Blijvende wijzigingen
van de bovendraadspanning kunnen in het setup-programma instellen worden gedefinieerd.
> Tik op «Bovendraadspanning».
> Verplaats de schuifregelaar om een hogere of een lagere bovendraadspanning in te stellen.
1
Blijvende wijziging van de draadspanning
2
Draadspanning van het actuele borduurmotief
5.5 Steek bewerken
Steekbreedte veranderen
> Draai de «Multifunctionele knop boven» naar links om de steekbreedte te verkleinen.
> Draai de «Multifunctionele knop boven» naar rechts om de steekbreedte te vergroten.
1
2
Creatief naaien
57