Inhoudsopgave
Advertenties
9. Fouten zoeken
9.10
De drukluchtcompressor start niet
Mogelijke oorzaak
Stroomaansluiting ontbreekt
Compressor is niet ingeschakeld
9.11
De drukluchtcompressor kan geen druk opbouwen
Mogelijke oorzaak
Compressor is met lege tank aan het bedieningspaneel
aangesloten
9.12
Het toerental van het aandrijvingswiel begint (hoorbaar) te oscilleren
Mogelijke oorzaak
Te grote oliedoorstroming (> 50 l/min) activeert de
volumebegrenzing
9.13
Geen of zeer geringe voortgang bij het zagen
Mogelijke oorzaak
Te weinig voortbewegingskracht /
draadaandrukkracht door te vlakke zaagboog
Te weinig voortbewegingskracht / draadaandrukkracht
door te lage voortbewegingsdruk
Slede aan de geleidingseenheid loopt zwaar
Zaagkralen zijn gepolijst geraakt of slecht voorgeslepen
De voortbewegingscilinder heeft de eindstand bereikt of
de slede staat tegen de eindstop
Te grote zaag- of draadcontactlengte
44
Oplossing / maatregel
– Elektrische voeding aansluiten
– Compressor inschakelen
Oplossing / maatregel
– Drukluchtslang bij de compressor los maken en
compressor laten lopen tot hij via het drukventiel
uitgeschakeld wordt – daarna drukluchtslang weer
aansluiten
Oplossing / maatregel
– Oliestroom tot minder dan 50 l/min reduceren
Oplossing / maatregel
– Zaagboog vergroten
– Voortbewegingsdruk verhogen
– Controleren of slede licht loopt (zonder stoten < 1 bar
luchtdruk) en zo nodig geleidingsbaan, tandstang en
rollen reinigen
– Zaagdraad scherp maken
– Eindstop opnieuw positioneren
– Cilinder bijstellen
– Draadcontactlengte met ontkoppelrol reduceren
– Zaaglengte verkleinen / zaagsnede in meerdere afzon-
derlijke sneden verdelen
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
