Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zaagproces Controleren; Werkzaamheden Voor En Na Beëindiging Van Het Zaagproces - Hilti DS-WS 10 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor DS-WS 10:
Inhoudsopgave

Advertenties

Controleer vervolgens of de zaagdraad met de hand
gemakkelijk door de zaagsnede kan worden getrokken.
– Afronden van de zaagranden door beitelen of slijpen
– Verwijderen van ingeklemde kiezelstenen en dergelij-
ke
– Optimaliseren van de zaagsnede
Start het zaagproces opnieuw, zoals hierboven beschre-
ven. Zodra de draad begint te lopen, kunt u de voortbe-
wegingdruk verhogen. De optimale hydraulische werk-
druk legt in tussen 80 en 120 bar.
7.4

Zaagproces controleren

Kom alleen in de gevarenzone, b.v. om de
waterlansen bij te stellen, de geleidingsrollen bij te stel-
len, de voortbewegingcilinders te verstellen of klem-
wiggen te monteren, wanneer de aandrijving stilstaat,
het aggregaat uitgeschakeld is en het pneumatische
voortbewegingventiel in de middelste stand (neutrale
stand) staat!
Blijf tijdens het zaagproces buiten de geva-
renzone en dicht bij de uit-schakelaar van uw hydrauli-
sche aggregaat om in een eventuele gevaarsituatie de
aandrijving onmiddellijk te kunnen uitschakelen.
■ Let op voldoende koeling van de zaagdraad en stel
de straalrichting van de waterlansen zo dat er genoeg
water op de zaagplek komt.
■ Let erop dat de zaagdraad rustig en zonder trillingen
loopt. Als de draad begint te trillen, moet de richting van
de geleidingsrollen of de voortbewegingdruk bijgesteld
worden.
■ Let erop dat de hydraulische werkdruk tussen 80 en
120 bar legt. Als de druk daalt, kunt u deze door verho-
ging van de pneumatische voortbewegingdruk weer ver-
hogen.
■ Denk eraan dat meestal aan het einde van de zaag-
snede door de afvlakking van de zaagboog de aandruk-
kracht van de zaagdraad en daarmee de overdraagbare
7. Bediening en zaagproces
hydraulische werkdruk kleiner wordt. De zaagboog en
daarmee de overdraagbare hydraulische werkdruk kan
door het vergroten van de afstand van de rollen tot de
wand, aan de draadintreezijde en -uittreezijde vergroot
worden.
α
Vuistregel: rolafstand H = 0,2 m per meter zaaglengte L
Rule of thumb : Pulley clearance H= 0,2 m per meter sawing length L
Let erop dat het uitgezaagde of doorgezaag-
de object voldoende ondersteund en met wiggen vast-
gezet is, om te voorkomen dat de zaagdraad vastklemt
of dat inrichtingen of personen schade of letsel oplopen.
7.5
Werkzaamheden voor en na beëindiging van
het zaagproces
■ Zorg er vóór het doorzagen van het object voor dat
de vrijkomende draad veilig kan worden opgevangen
door de aan de zaagsnede gemonteerde geleidingsrol-
len.
■ Verlaag voor het doorzagen indien mogelijk (afhan-
kelijk van het gebruikte hydraulische aggregaat) de draad-
snelheid en schakel de aandrijving onmiddellijk uit zodra
het object doorgezaagd is.
■ Schakel de aandrijving van het hydraulische aggre-
gaat uit en breng de zuigerstang naar binnen. Zet ver-
volgens het pneumatische voortbewegingventiel op de
neutrale middelste stand en arrêteer dan de geleidings-
behuizing.
■ Koppel voor het ombouwen voor de volgende zaag-
snede de hydraulische leidingen en de pneumatische
slangen van de aandrijvings- resp. van de geleidings-
eenheid af.
■ Reinig de zaag en de rolbokken na elke keer zagen
grondig met veel water en een middelharde borstel.
H
L
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave