7. Bediening en zaagproces
7.1
Instelling van de opstartzaagdruk
Stel de voortbewegingdruk in op de op het bedienings-
paneel aanbevolen waarde en span de draad met behulp
van het voortbewegingventiel.
Voortbewegingdruk instellen
Voortbewegingventiel activeren
7.2
Koelwater inschakelen en straalrichting
controleren
36
7.3
Zaagproces starten
Controleer voor het inschakelen van het hydrau-
lische aggregaat of alle hydraulische slangen correct
aangesloten en vergrendeld zijn. Een niet aangesloten
terugloopslang kan tot beschadiging van de hydrauli-
sche motor leiden!
Zorg er voor het inschakelen van de draad-
zaag beslist voor dat zich niemand in de gevarenzone
bevindt en niemand daar zonder uw toestemming kan
komen!
Schakel de hoofdaandrijving in en laat de zaagdraad op
gang komen.
Schakel hoofdaandrijving onmiddellijk uit als de draad
niet meteen in beweging komt. Gebruik de uit-schake-
laar van het hydraulische aggregaat en zet het voortbe-
wegingventiel in de neutrale middelste stand.