8. Onderhoud en reparaties
8.
Onderhoud en reparaties
■ Regelmatige grondige reiniging en onderhoud van
de installatie zorgt ervoor dat alle bewegende onderde-
len en bedieningselementen licht lopen en voorkomt dat
de installatie door vervuiling schade oploopt.
■ Wij adviseren een grove reiniging van de draadzaag
en de rolbokken na elke zaagsnede. Let daarbij in het bij-
zonder op de loopvlakken en de tandstang van de gelei-
dingsrail en op alle bewegende delen en bedieningsele-
menten.
■ Reinig aan het eind van elke werkdag de hele instal-
latie met uitzondering van de elektrisch gevoede com-
ponenten zoals compressor en hydraulisch aggregaat
met veel water en een middelharde borstel. Neem de rei-
nigingswerkzaamheden in uw planning op!
■ Controleer na afloop van de reiniging of alle bewe-
gende delen licht lopen, correct werken en niet bescha-
digd zijn. Let erop dat de aandrijvingseenheid in onbe-
laste toestand met max. 1 bar luchtdruk zonder schok-
ken over de hele slaglengte bewogen kan worden. Bescha-
digde of slecht werkende onderdelen moeten voor het
verdere gebruik vervangen worden om ongevallen of
dure gevolgschade te voorkomen.
■ Het insprayen van de gereinigde machine met een
betonscheidingsmiddel vermindert het vastplakken van
vuil en vergemakkelijkt de volgende reiniging.
■ Leeg minstens één keer per maand de onderhouds-
eenheid aan het bedieningspaneel en het drukreservoir
van de drukluchtcompressor.
39