beDiening
Reset de TRAVERSE-UITSLAGBEGRENZINGEN zodat
de slijpschijf ongeveer 1,5 mm (1/16") van voorbij de
beide kanten van de snijcilinder gaat. Zie pagina 29.
ROTATIESCHAKELAAR ROTATIEAANDRIJVING
KNOP
TRAVERSE
SNELHEID
SLIJPSCHIJFMOTOR
1. Stel de slijpkiezer in op de VARIABELE KOPPEL BIJ ACHTERSLIJPEN.
2. Stel de ROTATIEAANDRIJVINGSROTATIESCHAKELAAR in om de snijcilinder in de stopvinger te laten
draaien, tegen de klok in als u vanaf de rechterzijde kijkt. OPMERKING: de rotatierichting van de snijcilinder
bij het achterslijpen is altijd tegenovergesteld aan de rotatierichting bij het rondslijpen.
3. Met het snijelement in de BEGIN-stand, duwt u het snijelement omhoog terwijl u de snijcilinder
handmatig draait tot de VINGER het lemmet raakt.
OPMERKING: de positie van de vINGEr moet worden ingesteld om het haspelblad te stoppen en toe te staan
naar links te traverseren zonder dat het blad de zijkant van de achterslijpvinger raakt.
3. Draai de KNOP VOOR TRAVERSE SNELHEID naar nul en zet de TRAVERSEAANDRIJVINGSMOTOR aan.
Gebruik de SNELHEIDSPOTENTIOMETER om langzaam naar links te duwen totdat het lemmet van de
snijcilinder zich op de achterslijpvinger bevindt.
oPmErkING: wanneer de slIJPKIEzER is ingesteld op VARIABElE KOPPEl, wacht de traverse op de
uitslagbegrenzing in de BEGINstANd totdat de nabijheidsschakelaar van de indexerende vinger geactiveerd
wordt. hij begint dan naar links te traverseren.
Schakel de SLIJPMOTORSCHAKELAAR in.
Beweeg de traverse handmatig en stapsgewijs helemaal naar links zodat een goede afstand tussen de
slijpschijf en het lemmet ontstaat. Controleer of er voldoende speling is tussen de beweegbare vinger (na
ontgrendeling van het lemmet helemaal links) en de voorkant van het lemmet bij het terugkeren naar de
beginpositie. Controleer ook de speling met de ondersteuningsspinnen van het snijcilinderlemmet.
Stop de traverse in de BEGIN-stand en controleer of er sprake is van een geschikte lemmetindex (de
automatische indexfunctie vangt het volgende lemmet dat geslepen moet worden). Schakel de slijpmotor en
koppel uit.
DE SLIjpfUNctIE tEStEN
35
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE INSTRUCTIES
SCHAKELAAR VOOR VARIABELE
KOPPEL BIJ ACHTERSLIJPEN
KNOP VOOR
KOPPEL BIJ
ACHTERSLIJPEN