DEPA
Luchtgedreven membraanpompen
®
Splitpen
Vleugelmoer - messing
Flügelmutter -Messing
Erdungsschild
Aardingsplaatje
Zeskantschroef - messing
Sechskantschraube -Messing
Afb. 5: Aardingsschroef
Bij de installatie absoluut erop letten dat de
geluidsdemper van de luchtuitlaat verwij-
derd en de afvoerlucht met de slangleiding
uit de vloeistof geleid wordt.
Niet voor DB-hogedrukpompen.
3.9
Pomp met voordruk
Vermijd een overmatige toevoer aan de
zuigzijde. Dit leidt tot een onregelmatige
loop van de pomp met sterke geluidsont-
wikkeling. De gevolgen zijn beperkte capa-
citeit en kortere levensduur van de pomp.
De maximale voordruk aan de zuigzijde
mag 0,7 bar niet overschrijden.
3.10
Vat pomp
DEPA pompen van het type DF kunnen
direct op vaten of containers worden opge-
bouwd. Om het eenvoudig leeg te maken
de pomp met een adapter op het reservoir
monteren. Om het reservoir volledig leeg te
maken moet een in de lengte aangepaste
zuigbuis worden gebruikt.
3.11
Equipotentiaal / Aarding
In principe moeten pompen, pulsatiedem-
22
Aanzicht "X"
Ansicht "X"
Splint
Onderlegplaatje - messing
Unterlegscheibe -Messing
Zeskantmoer - messing
Sechskantmutter -Messing
"X"
pers en toebehoren bij mogelijke medium-
gebonden elektrostatische oplading en bij
gebruik in explosieve ruimtes geaard resp.
met een equipotentiaal worden uitgerust.
Pompen en pulsatiedempers met ATEX-
toelating zijn voor dit doel voorzien van een
aardingsschroef (afb. 5).
3.12
Bij de opstelling moet voldoende afstand
(DL15 tot DL40 van minstens 5 cm; DL50
tot DL80 van minstens 10 cm) tussen pomp
en andere componenten worden aange-
houden.
3.13
Aan de geluidsdemper ontsnapt voortdu-
rend ontspannen perslucht. De lucht kan
stof opwervelen en zodoende een explo-
sieve atmosfeer creëren.
Bij pompen voor de inzet in omgevingen
waar explosiegevaar bestaat van de ca-
tegorie 1 is het voorgeschreven om de af-
voerlucht weg uit de zone 0 te leiden.
Trilafstand
Opvang van de afvoerlucht