Voor de zelfreiniging
De binnenruimte moet leeg zijn. Neem de toebehoren, de
vormen en rails uit de binnenruimte. In het hoofdstuk
Onderhoud en reiniging kunt u lezen hoe de rails verwijderd
worden.
Maak de ovendeur en de randvlakken van de binnenruimte bij
de deurdichting schoon. De dichting niet reinigen.
:
Risico van brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand vliegen.
Maak de binnenruimte en de toebehoren die u meereinigt met
een vochtige doek schoon.
Toebehoren meereinigen
De rails zijn niet geschikt voor de zelfreiniging. Neem ze uit de
binnenruimte. Wilt u toebehoren meereinigen, gebruik dan de
accessoirehouders.
De accessoirehouders links en rechts inbrengen.
Hiermee kunt u geëmailleerde toebehoren, bijv. de braadslede,
zonder antiaanbaklaag meereinigen. Altijd slechts één
accessoire meereinigen.
Niet-geëmailleerde toebehoren, bijv. het rooster, zijn niet
geschikt voor de zelfreiniging. Neem ze uit de binnenruimte.
:
Ernstig gezondheidsrisico!
Nooit platen en vormen met een antiaanbaklaag meereinigen.
Door de grote hitte wordt de antiaanbaklaag vernietigd en
ontstaan er giftige gassen.
Aanwijzing: Welke toebehoren geschikt zijn voor de
zelfreiniging kunt u ook nakijken in de tabel voor extra
toebehoren in het begin van de gebruiksaanwijzing.
Instelling
Stel, nadat het reinigingsniveau gekozen is, de oven in.
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de oven goed verzorgt en schoonmaakt, blijft hij
lang mooi en intact. Hieronder wordt uitgelegd hoe u de oven
op de juiste manier verzorgt en schoonmaakt.
Aanwijzingen
Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
■
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
■
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
■
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
14
Selecteer de functie Zelfreiniging
1.
Stel het gewenste reinigingsniveau in met de sensors
2.
Op het indicatiepaneel wordt het reinigingsniveau en het
symbool
getoond. De zelfreiniging begint na verloop van
x
enkele seconden.
Net na de aanvang wordt de ovendeur geblokkeerd. Op het
indicatiepaneel is het symbool
symbool
uit is, kan de ovendeur opnieuw geopend worden.
H
De zelfreiniging is beëindigd
Op het indicatiepaneel verschijnt
niet meer. Draai de functieknop naar de nulstand. De oven
wordt uitgeschakeld. De ovendeur kan opnieuw geopend
worden wanneer het symbool
uitdooft.
Wijzigen van het reinigingsniveau
Na de aanvang kan het reinigingsniveau niet gewijzigd worden.
Onderbreken van de zelfreiniging
Draai de functieknop naar de nulstand. De oven wordt
uitgeschakeld. De ovendeur kan opnieuw geopend worden
wanneer het symbool
van het indicatiepaneel uitdooft.
H
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Met de oven kan men het tijdstip programmeren waarop de
zelfreiniging beëindigd moet worden. Zo kan de zelfreiniging
bijvoorbeeld 's nachts uitgevoerd worden, zodat de oven
overdag gebruikt kan worden.
Programmeer zoals beschreven in punt 1 en 2. Druk, voordat
de zelfreiniging gestart wordt, driemaal op de sensor
de eindtijd uit met de sensors
De oven gaat nu in de wachtstand staan. Op het
indicatiepaneel verschijnen het reinigingsniveau en het symbool
y
. Wanneer de zelfreiniging gestart wordt, verschijnen het
reinigingsniveau en het symbool
uitgeschakeld.
De tijdinstellingen opvragen
Om de duur, het reinigingsniveau of de eindtijd van de
zelfreiniging te raadplegen, druk verschillende keren op de
sensor
0
tot het gewenste symbool gaat branden. De
overeenstemmende waarde wordt gedurende enkele seconden
op het indicatiepaneel getoond.
Na de zelfreiniging
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, verwijdert u de
achtergebleven as met een vochtig doekje uit de binnenruimte.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd raken, dient u
zich te houden aan de opgaven in de tabel. Gebruik
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
■
geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen,
■
geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■
geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten.
■
Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit.
met de functieknop.
x
verlicht. Wanneer het
H
:
. De oven verwarmt
‹‹
‹‹
van het indicatiepaneel
H
0
of
.
@
A
x
. Het symbool
y
wordt
of
.
@
A
en stel