3 INSTALLATIE
3.1
OUDER-UNIT:
De ouder-unit betrekt zijn voeding uit de 2 meegeleverde
oplaadbare batterijen. Deze batterijen worden opgeladen
via de meegeleverde voedingsadapter.
NOOIT normale batterijen in de ouder-unit plaatsen.
Normale batterijen zijn niet oplaadbaar en kunnen
bij opladen onherstelbare schade aan de ouder-unit
1.
open het batterijcompartiment door de batterij-
deksel aan de achterzijde van de ouder-unit
naar beneden te schuiven
2.
plaats de 2 meegeleverde oplaadbare batte-
rijen zoals in het batterijcompartiment staat
aangegeven, let daarbij op de polariteit
3.
schuif de batterijdeksel terug
4.
sluit de voedingsadapter met het smalle plugje aan
op de ouder-unit en doe de adapter in een 230Volt
stopcontact; het batterijlampje
batterijsymbool
Zodra het batterijsymbool niet meer verloopt, zijn de batte-
rijen volledig geladen. Het batterijlampje
ATTENTIE:
toebrengen.
gaat verlopen
7
licht op en het
bljft opgelicht.