In dit gedeelte worden de belangrijkste onderdelen beschreven die relevant zijn voor de gebruiker.
1.
Roosters en wandrails – Zorg ervoor dat de roosters zijn gemonteerd volgens deze gebruiksaanwijzing voordat u ze belast. Elk
rooster moet worden ondersteund door ten minste 2 roostersteunen of ladegeleiders.
2.
Deur – Zorg ervoor dat de deur na gebruik volledig is gesloten. Open de deur zo kort mogelijk om temperatuurschommelingen tot
een minimum te beperken.
3.
Afdichting voor deur – Zorg ervoor dat de afdichting buigzaam is en goed werkt. Houd de afdichting schoon; zie de instructies in
deze handleiding.
Elektromagneet voor deurvergrendelingssysteem – Wordt gebruikt om de deur vergrendeld te houden via de bijbehorende
4.
ankerplaat op de deur en om toegang te voorkomen tenzij het extractieproces is geactiveerd. Controleer of er geen tekenen van
schade zijn. Als onderdelen tekenen van beschadiging vertonen, mag u de kast niet gebruiken en moet u contact opnemen met
Gram BioLine of de leverancier voor hulp.
5.
Digitale displays – Gebruik de displays om de temperatuur van de kast (onderste), de status van het afzuig- en
deurvergrendelingssysteem (bovenste) en de parameters in te stellen die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven.
6.
Keerklep – Laat lucht in de kast tijdens het extractieproces. Controleer of er geen tekenen van schade zijn. Als onderdelen tekenen
van beschadiging vertonen, mag u de kast niet gebruiken en moet u contact opnemen met Gram BioLine of de leverancier voor
hulp.
Onderkant van de kast – Zorg ervoor dat kasten met poten goed waterpas staan en dat kasten met zwenkwielen op een vlakke
7.
ondergrond staan en zijn vergrendeld zoals aangegeven in deze gebruiksaanwijzing.
Compressor – Zorg ervoor dat deze niet ingedeukt is of andere tekenen van schade vertoont.
8.
9.
Condensor en ventilator – Controleer net als bij de compressor of er geen deuken of andere tekenen van schade zijn.
10. Behuizing regelaar/elektronica – Behuizing voor regelaar, sensoren en andere onderdelen die het koelsysteem bewaken en
beheren. Zorg ervoor dat deze niet ingedeukt is of andere tekenen van schade vertoont.
11. Uitlaatklep – Extern aansluitpunt voor ventilatie om gevaarlijke en giftige dampen/dampen uit de kast te laten tijdens het
afzuigproces. Controleer of er geen tekenen van schade zijn. Als onderdelen tekenen van beschadiging vertonen, mag u de kast niet
gebruiken en moet u contact opnemen met Gram BioLine of de leverancier voor hulp.
12. Servomotor voor uitlaatsysteem – Controleer of de motoraansluiting goed is aangesloten en niet los zit of gedeeltelijk is
aangesloten. In geval van een storing mag u de kast niet gebruiken en moet u contact opnemen met Gram BioLine of de leverancier
voor hulp.
13. Behuizing voor uitlaat- en deurvergrendelingssysteem – Behuizing voor regelaar, sensoren en andere onderdelen die de
uitlaat- en deurvergrendelingssystemen bewaken en beheren. Zorg ervoor dat deze niet ingedeukt is of andere tekenen van schade
vertoont.
14. Rubberen afstandshouders – Zijn bedoeld om de juiste afstand te garanderen tussen de kast en de muur. Niet verwijderen.
15. Herverdampingsbak dooiwater – Controleer of deze niet is gebarsten of andere tekenen van beschadiging vertoont. Het wordt
aanbevolen om de kast te reinigen voordat u deze voor het eerst inschakelt.
16. Doorvoerpoort – Wordt gebruikt om externe sensoren en dergelijke in de kast te leiden. Zorg ervoor dat de doorvoerpoort goed is
afgedicht voordat u de kast inschakelt.
17. Behuizing voor spanningsvrij contact – Wordt gebruikt voor aansluiting op een extern alarmsysteem. De aansluitingsvoorschriften
vindt u in deze handleiding. Vergeet niet om een extern alarm (EAL) in te stellen.
18. Dooiwater afvoer – Uitlaat voor het ontdooiwater dat uit de verdamperbak in de kast komt. Controleer of deze niet beschadigd is
of tekenen van beschadiging vertoont.
19. Drukvereffeningsklep – Wordt gebruikt om de druk in de kast te vereffenen bij het openen van de deur. Controleer of deze niet
beschadigd is of tekenen van beschadiging vertoont.
20. Potentiaalvereffening – Voor naleving van de ATEX-voorschriften EN 60079-14.
Zie het hoofdstuk over installatie voor specificaties.
b i o l i n e
LET OP! –
Als onderdelen tekenen van beschadiging
vertonen, mag u de kast niet gebruiken en
moet u contact opnemen met Gram BioLine
of de leverancier voor hulp.
7