7.
Instellingen
7.1
Werkdiepte
Voor exacte instelling van de werkdiepte is de V-ring
wals (Fig. 9/1) achter aan de machine in hoogte
verstelbaar gemonteerd. Door het verplaatsen
en/of verdraaien van de zgn. excentrische
vierkante pennen (Fig. 11/1) kan de werkdiepte
nagenoeg traploos worden ingesteld.
Voor het instellen van de werkdiepte zijn 4
insteekplaten
bovenste ( Fig. 10 /2)
en onderste aanslagpunt (Fig. 10 /3)beschikbaar.
Met 6 bovenste insteekmogelijkheden wordt de
werkdiepte indirect over de positie van de wals
ingesteld.
Å
grote werkdiepte
De onderste 3 insteekmogelijkheden zorgen voor een
beperking van de uitslag van de wals, vooral onder
zware omstandigheden in harde grond zodat de
schijven goed in de grond kunnen doordringen.
Å
geringe werkdiepte
De fijninstelling van de werkdiepte wordt bereikt door
de excentrische pen te verdraaien van stand 1
(ondiep) naar stand 4 (diep).
Overslagpen verwijderen.
-
Excentrische
pen
-
verdraaien.
Overslagpen bevestigen.
met
ieder
een
hoger/lager
zetten
en/of
Instellingen
1
2
Fig. 9
Fig. 10
21
3
1
DB 3065.1 11.02