Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

alphatronics AlphaVision NG Handleiding Voor De Installateur pagina 72

Inhoudsopgave

Advertenties

Na het intoetsen van de gewenste ingang (1..8) kan de bijbehorende ID-code worden ingetoetst. Op veel
(niet alle) PowerCode producten wordt de unieke 8-cijferige fabriekscode of ID-code vermeld op een sticker
(boven op het IC) binnen in de powerCode component. Deze code moet in zijn geheel (alle 8-cijfers !)
worden ingetoetst. Vanaf dat moment herkent de wireless interface de desbetreffende PowerCode
component en hoeft dus niet ingelezen te worden in de wireless interface.
Wanneer het PowerCode product niet voorzien is van een stikker met de 8-cijferige ID-code, dan dient deze
component via de inleer procedure in de wireless interface geprogrammeerd te worden.
Draadloos magneetcontact
Bij toepassing van het draadloze magneetcontact wordt, net als bij een draadloze PIR, de ID-code ingevoerd.
Let op: het draadloze magneetcontact beschikt over de unieke mogelijkheid om een extra bedraad
magneetcontact aan te sluiten. Deze extra ingang wordt ingevoerd als ID-code +1. Bij het programmeren
moet dus een extra ingang geprogrammeerd worden met dezelfde ID code als het draadloze magneetcontact,
maar dan met 1 verhoogd!
Voorbeeld: wanneer op het draadloze magneetcontact de ID code 01436934 is vermeld, dan wordt op de
wireless interface de extra ingang geprogrammeerd als 01436935. Is de ID code van het draadloze
magneetcontact 98410229 dan wordt de extra ingang geprogrammeerd als 98410230
Tip: deze extra ingang kan ook gebruikt worden als zender, waarbij een bedrade PIR op de extra ingang
aangesloten wordt. Met behulp van een dipswitch kan zelfs de draadloze magneetcontact zelf uitgeschakeld
worden, zodat alleen de extra ingang doorgezonden wordt. In dat geval neemt ook de de sabotagemelding
van deze ingang de ID-code van de extra ingang over (dus ID-code +1).
Draadloze glasbreukmelder
De MCT-501 is een draadloze glasbreukmelder, waarbij de zender van het draadloze magneetcontact
gebruikt wordt. Om de MCT-501 te programmeren op de wireless interface moet altijd de "ID-code +1"
geprogrammeerd worden.
Naast de ingangsnummers worden ook de betreffende zonebenamingen weergegeven, zoals deze in de
AlphaVision NG programmering zijn ingegeven. Indien er nog geen programmering is uitgevoerd in de
centrale zullen de zone benamingen leeg zijn. Zone benamingen kunnen alleen geprogrammeerd worden in
de centrale en kunnen niet gewijzigd worden in de programmering van de wireless interface. Zone
benamingen zijn alleen zichtbaar op de wireless interface als extra informatie.
Indien de unieke ID-code wordt ingetoetst op het scherm wordt direct de status en ontvangst sterkte
weergegeven op het scherm. Status en ontvangst sterkte wordt per ingang weergegeven en is alleen zichtbaar
indien de cursor op de desbetreffende ingang staat en de correcte ID-code is ingetoetst. Activeer nu de
betreffende draadloze component. Indien de wireless interface nu de transmissie ontvangt, en de ID-code is
bekend, wordt de bijbehorende status en signaalsterkte zichtbaar.
De status informatie wordt als volgt weergegeven:SABTRs
S
transmissie veroorzaakt door Sabotage
A
transmissie veroorzaakt door Alarm
B
component heeft een lage batterijspanning
T
transmissie veroorzaakt door supervisie
R
component heeft de mogelijkheid tot het zenden van "herstel" melding, b.v. een magneetcontact
s
component stuurt supervisie meldingen
"."
als een van de bovengenoemde opties niet actief is.
Meerdere opties kunnen tegelijkertijd zichtbaar zijn, bijvoorbeeld:
Installateurshandleiding AlphaVision NG
Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 72/112

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave