geopend worden zonder uitgangen aan te sturen. Onder "kasten van het systeem" worden alle kasten van het
systeem bedoeld, die voorzien zijn van een sabotage-veer. Dit zijn niet alleen de centrale, input modules, I/O
modules en wireless interfaces, maar ook een eventuele AlphaCom in kast (dus niet de opsteek AlphaCom),
of een DLM-100.
Bij "sabotage B.P." kan een uitgang aangegeven worden, die geactiveerd moet worden wanneer een
bedieningspaneel wordt geopend of indien er geen communicatie met de centrale aanwezig is. Door gebruik
te maken van F27# "TESTSTAND" kan het bedieningspaneel geopend worden zonder uitgangen aan te
sturen. Opmerking: bij de meest recente productie-serie is geen afneembeveiliging meer gemonteerd, omdat
de bedieningspanelen zonder afneembeveiliging goedgekeurd zijn.
Bij "kiezer faalt" kan een uitgang aangegeven worden, die geactiveerd moet worden wanneer de kiezer niet
zijn melding niet kwijt kan. Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer de kiezer de lijn opneemt en geen
kiestoon detecteert. De uitgang wordt onmiddellijk geactiveerd wanneer er geen kiestoon is (dus niet pas na
3 belpogingen o.i.d).
Bij "230V/Accu" kan een uitgang aangegeven worden, die geactiveerd moet worden wanneer de
netspanning niet meer aanwezig is, of als er tijdens een accutest een accu niet in orde is bevonden. Het
betreft hier de netspanning of accuspanning van de centrale, van een I/O module, van een AlphaCom in kast
of van een DLM-100. In feite is deze uitgang een storingsmelding dat er een probleem is met één van de
voedingsspanningen van het systeem. Dit kan het ontbreken van de netspanning op één van de modules zijn
of een lage accuspanning van één van de componenten van het systeem. Andersom geldt ook, dat als deze
uitgang niet actief is, dat alle voedingen van het systeem in orde bevonden zijn.
Bij "Deurbel uitg." kan een uitgang geprogrammeerd worden die geactiveerd wordt indien er gebruik
gemaakt wordt van de deurbelfunctie. Wanneer een zone ingesteld staat als deurbel zone (scherm 2
),
blz.44
zal bij iedere keer dat de zone geopend wordt de deurbel uitgang geactiveerd worden. Het wel of niet
functioneren van deze deurbel kan met functie 2 door de gebruiker aan- of uitgezet. Wanneer de sectie, waar
deze zone bij hoort, ingeschakeld staat, dan zal het activeren van de deurbelzone leiden tot alarm van de
zone. De deurbelfunctie is dus alleen actief wanneer de sectie, waar deze deurbel-zone bij hoort,
uitgeschakeld is. Als deurbel uitgang kan ook de LS uitgang (uitgang 9) van een I/O module aangestuurd
worden. Hierbij wordt door de I/O module een enkelvoudige toon van circa 3 seconden via de luidspreker
hoorbaar gemaakt. De LS uitgang van de centrale print kan hiervoor gebruikt worden wanneer de centrale
voorzien is van software versie 2.0 of hoger, zie tevens uitleg bij scherm 1
.
blz.40
De geprogrammeerde uitgang bij "reset uitgang" wordt geactiveerd door het uitvoeren van F (functie) 1.
Tijdens het activeren worden alle 24-uurs zones en brand zones software-matig in rust gehouden. De reset
uitgang wordt vaak toegepast om de voedingsspanning van brandmelders kortstondig te onderbreken en
zodoende te resetten.
De geprogrammeerde uitgang bij "activeren *+#" wordt geactiveerd indien een gebruiker op een
bedieningspaneel gelijktijdig de toetsen <*> en <#> indrukt. Of deze uitgang werkt is afhankelijk van de
programmering bij scherm 8
, "* + # toetscombinatie mogelijk".
(blz.49)
De uitgangen "RTC module 1-4" worden gebruikt voor aansturing van een vooralarm signaal per RTC
module. Hierbij kan een willekeurige uitgang op de centrale of een module (I/O of Input + 8OC)
geprogrammeerd worden. Tevens is het mogelijk om uitgang 9 (luidspreker uitgang) te gebruiken voor de
vooralarm functie. Wanneer uitgang 9 van de centrale hiervoor gebruikt wordt, dan dient de centrale te zijn
voorzien van software versie 2.0 of hoger. De tijdsduur van aansturing per uitgang is een vaste tijd van 5
seconden.
De geprogrammeerde uitgang "Teststand" wordt geactiveerd bij het uitvoeren van F27# "Teststand".
Sommige detectoren beschikken over een extra aansluiting om de looptest LED op afstand aan te zetten.
Hiermee kunnen alle looptest LEDs van alle detectoren direct aangezet worden om een looptest uit te
voeren.
Installateurshandleiding AlphaVision NG
Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 47/112